8,5% van EU-landbouwareaal is biologisch

Nederland heeft met ruim 68.000 hectare 3,7% van de landbouwgrond in biologisch beheer. Dat blijkt uit cijfers van Eurostat. Het grootste aandeel biolandbouw is te vinden in Oostenrijk. Daar wordt ruim 25% (671.700 hectare) van de totale landbouwoppervlakte voor biologische landbouw gebruikt.

Op plek twee en drie volgen respectievelijk Estland (220.700 ha) en Zweden (614.000 ha) met 22,3% en 20,4%. De EU-27 top vijf wordt verder aangevuld met Tsjechië en Italië, respectievelijk met 535.200 en 1.993.200 ha, beiden goed voor een aandeel van 15,2% van de totale landbouwoppervlakte in eigen land.

_{Artikel gaat verder onder de grafiek}

Nederland in achterhoede

De rest van EU-lidstaten heeft een biologisch aandeel lager dan 11%. Nederland (3,7%) staat op de zesde plaats van onderen van EU-27 landen wat betreft het aandeel biologisch land. De vijf landen die onder Nederland staan, zijn in aflopende volgorde: Polen (3,5%), Roemenië (2,9%), Bulgarije (2,3%), Ierland (1,6%) en Malta (0,5%).

Lees ook: Skal Biocontrole: groei biologische sector vlakt af

Doel farm-to-fork nog ver weg

In vergelijking met 2012 steeg het biologische landbouwareaal met bijna 46%. In 2012 bedroeg de bio-oppervlakte 9,5 miljoen hectare. Ondanks die forse stijging lijkt de ambitieuze doelstelling uit de Farm-to-Fork-strategie moeilijk haalbaar. Als in 2030 25% van het landbouwareaal biologisch moet zijn, dan moet 40 miljoen hectare biologisch bewerkt worden. Concreet zou het bio-areaal de komende tien jaar dan moeten stijgen met 26 miljoen hectare.

Bioboeren zijn vaker jonge boeren

Een andere vaststelling van Eurostat is dat biologische landbouwers gemiddeld een stuk jonger zijn dan hun gangbare collega’s. Het aandeel landbouwers jonger dan 40 jaar is twee keer zo groot bij biologische bedrijven als bij gangbare bedrijven: ruim één op de vijf biolandbouwers is jonger dan 40 jaar, bij de gangbare landbouwers gaat het om één op de tien.