Doorgaan naar artikel

Aan biodiversiteit hangt een prijskaartje

Kruidenrijk grasland. Foto: Peter Roek

Kruidenrijk grasland. Foto: Peter Roek

In februari verscheen een rapport van Wageningen Economic Research over de kosten van biodiversiteitsmaatregelen op melkvee- en akkerbouwbedrijven. Het ging om een opdracht van het ‘Deltaplan Biodiversiteitsherstel’, een breed samengestelde coalitie, van LTO tot Wereldnatuurfonds.

De berekeningen zijn gebaseerd op verschillen tussen bedrijven die minder en bedrijven die meer doen op het gebied van biodiversiteit. Daarbij is gekeken naar een groot aantal indicatoren, zoals het percentage kruidenrijk grasland, het gebruik van chemische middelen en het deelnemen aan natuurbeheer.

Stevige impact

De conclusie is dat de meerkosten op de melkveebedrijven gemiddeld zo’n € 2,20 per 100 kilo melk bedragen, op akkerbouwbedrijven op klei ruim € 320 per hectare en op akkerbouwbedrijven op zand met zetmeelaardappelen € 185 per hectare.

Ruw geschat komen de totale kosten voor rundveehouderij en akkerbouw daarmee op € 400 miljoen à € 450 miljoen, zo’n 15% van de toegevoegde waarde van deze sectoren. Dat wijst er opnieuw op dat het streven naar meer biodiversiteit c.q. duurzaamheid, voor de agrarische sector een stevige impact heeft. Daar komt bij dat ook op de bedrijven die relatief goed scoren op het punt van biodiversiteit, de ideale situatie nog niet is bereikt. Dus de kosten zullen nog oplopen.

Voedselprijzen

Aan de andere kant: de bovengenoemde bedragen komen overeen met een procent of vijf van de totale productiewaarde van rundveehouderij en akkerbouw. Dus met een gemiddelde prijsverhoging van 5% zouden de extra kosten gedekt zijn. De betreffende voedselprijzen voor de consument zouden dan in theorie ongeveer 1% omhoog moeten. Overigens is de gedachte dat het met biodiversiteit en duurzaamheid wel goedkomt, als de consument maar meer gaat betalen voor zijn voedsel, naar mijn mening nogal naïef.

Meer geld op tafel

Je zou het EU-geld dat nu naar de Nederlandse landbouw gaat, kunnen inzetten voor duurzaamheid en biodiversiteit. Dat is nu nog wel toereikend, maar waarschijnlijk niet om het ideaalbeeld te bereiken. Bovendien gaan de agrariërs er dan dooreen genomen nog steeds op achteruit, want ze krijgen hooguit evenveel als nu en dus geen vergoeding voor extra kosten. Als ‘de samenleving’ meer biodiversiteit wenst, zal er dus linksom of rechtsom meer geld op tafel moeten komen.

Snel delen

Image
Cees van Bruchem

Landbouweconoom

Misset Uitgeverij B.V. Auteursrecht voorbehouden

Algemene voorwaarden Privacy Cookies

Beheer
WP Admin