Foto: Jan Willem Schouten
De Nederlandse aardappelverwerkende industrie heeft in maart 12% minder grondstof verwerkt dan een jaar eerder in dezelfde maand.
Er zijn 290.900 ton consumptieaardappelen verwerkt in maart 2020 voor voorgebakken frites en andere aardappelproducten. Dat blijkt uit de voorlopige cijfers van de branchevereniging Vavi. De belangrijkste reden van de lagere verwerking komt door de uitbraak van het coronavirus.
Lees ook: € 650 miljoen voor sierteelt en fritesaardappelen
Dalende lijn vasthouden
Om besmetting te voorkomen, heeft de overheid medio maart maatregelen getroffen, waaronder het sluiten van de horeca. De afzet van verse frites liep daardoor in maart vast. Aardappelverwerkers hebben sommige verwerkingslijnen deels stil moeten zetten. Er is in maart dan ook ‘slechts’ 130.900 ton verwerkt tot voorgebakken product. Dat is 15% minder dan in maart 2019 werd verwerkt tot voorgebakken aardappelproduct. De verwachting is dat de verwerking de dalende lijn in april vasthoudt, omdat de horeca nog steeds is gesloten. De hoeveelheid verwerkte aardappelen in maart is de op een na laagste hoeveelheid die dit seizoen werd verwerkt. In juni 2019 lag de productie lager met 268.500 ton aardappelen.
Kwart minder binnenlandse aardappelen
Opvallend is het kleine aandeel van verwerkte binnenlandse aardappelen. Van de verwerkte grondstof kwam 179.600 ton van Nederlandse bodem. Een jaar eerder werd in maart nog 236.100 ton aardappelen van Nederlandse bodem verwerkt. Dat is bijna een kwart meer. Gemiddeld ligt de hoeveelheid Nederlandse aardappelen die maandelijks worden verwerkt rond 200.000 ton. De totale productie voor seizoen 2019-’20 ligt met 2,878 miljoen ton nog op vergelijkbaar niveau met het voorgaande seizoen (2018-’19 t/m maart: 2,867 miljoen ton).
Uitgebreide marktinformatie over aardappelprijzen vind je op FoodAgribusiness.nl/markt