ABN Amro: concurrentie bij vraag naar arbeidsmigranten blijft hoog

Als gevolg van de coronacrisis zijn veel arbeidsmigranten teruggegaan naar hun land van herkomst. ABN Amro verwacht dat veel van de migranten niet meer terug komen, omdat de lonen in landen van herkomst zijn gestegen. Bovendien trekken ook omliggende landen als België en Duitsland, die ook met een personeelstekort kampen, hard aan arbeidsemigranten. De concurrentie bij de vraag naar arbeidsmigranten blijft dus hoog.

Meer Aziatische arbeidsmigranten naar Nederland

In 2019 waren in Nederland naar schatting zo’n 767.000 arbeidsmigranten werkzaam. Hiervan werkten 372.200 als uitzendkracht en hadden 393.371 een direct dienstverband. Wat betreft land van herkomst komt 59% van de arbeidsmigranten uit Polen. Het land wordt gevolgd door Roemenië (13%) en Bulgarije (7%). De verwachting is echter dat het aantal arbeidsmigranten uit Polen flink gaat afnemen en dat het aantal werknemers uit Roemenië en andere Oost-Europese landen toeneemt. Voor de middellange termijn is de verwachting dat steeds meer Aziatische arbeidsmigranten naar Nederland komen. Stijgende lonen en een krimpende bevolking leiden tot een daling van het aantal Oost-Europese arbeidsmigranten.

13% werkzaam in voedingsindustrie

Van de arbeidsimmigranten was in 2020 13% werkzaam in de voedingsindustrie. (2018: 27%). In de Nederlandse voedingsmiddelenindustrie werken circa 146.000 mensen. Een groot deel van deze medewerkers werkt in productiehallen waar ze bijvoorbeeld afvulmachines bedienen, vis snijden of dozen met voedingsmiddelen inpakken. Naar schatting zijn 60.000 van deze medewerkers arbeidsmigranten. Het grootste deel hiervan werkt op uitzendbasis. In de afgelopen jaren waren er diverse incidenten die voornamelijk betrekking hadden op Oost-Europese uitzendkrachten. Het gaat hier om zaken als slechte huisvesting en druk om te komen werken ondanks ziekte.

Meer betalen

Bedrijven in de foodsector hebben steeds meer moeite arbeidskrachten te vinden en aan zich te binden. Er is sprake van concurrentie met andere sectoren als magazijnwerk voor webwinkels. Volgens ondernemers uit de sector kan het meer betalen van uitzendkrachten gedeeltelijk uitkomst bieden om arbeidsomstandigheden te verbeteren of personeel te vinden. Maar de marges in de voedingsmiddelenindustrie staan voortdurend onder druk.

Werken in gesloten ketens blijkt een belangrijk instrument voor het maken van afspraken op verduurzaming en de kosten die hiervoor worden gemaakt. Deze afspraken geven een verwerker of handelaar een betere garantie dat inspanningen op het gebied van verduurzaming ook daadwerkelijk leiden tot een hogere afzetprijs. Een investering in eigen huisvesting, vervoer of een hoger loon voor uitzendkrachten is dan beter te rechtvaardigen en biedt zekerheid.