ABN: verkoop vleesvervangers kan in 2030 verdubbeld zijn

Volgens de bank is er wel onzekerheid rondom deze verwachtingen. Er zijn namelijk flinke investeringen nodig in productielocaties en technieken die nog in ontwikkeling zijn. Ook zijn er verschillende factoren die remmend kunnen werken, zoals de toenemende aandacht voor de gezondheid en duurzaamheid van de alternatieven. Ook kunnen consumenten er steeds vaker voor kiezen om wel plantaardig te gaan koken, maar met bijvoorbeeld meer peulvruchten.

ABN haalt cijfers van onderzoeksbureau IRI aan. Daaruit blijkt dat de verkoop van vleesvervangers in de eerste drie kwartalen van dit jaar 3% lager lag dan het jaar ervoor. In 2021 was de groei nog 7%, hoewel dat al lager was dan 2019 en 2020 met respectievelijk ruim 25% en zo’n 34% groei. Ook in de zuivelvervangers stagneerde de groei.

Prijsbewuste consument

Volgens de bank zijn er diverse oorzaken voor de stagnatie en daling. Zo kochten consumenten minder vaak hun voeding in de supermarkt en namen de foodservicebezoeken toe. Daar worden verhoudingsgewijs minder vleesvervangers besteld. In de inkoop van horecavoeding steeg het aandeel vlees- en zuivelvervangers echter wel, zo refereert ABN aan cijfers van ProVeg.

Een tweede oorzaak is de prijsbewuste consument als gevolg van hoge inflatie en dalende koopkracht. Plantaardige vlees- en zuivelvervangers worden vaak als duur gepercipieerd. Daardoor kunnen consumenten ze links laten liggen als ze op de kleintjes letten. Feitelijk zijn de producten niet altijd meer duurder dan de vlees- en zuivelproducten.

Lees ook: Inflatiespook raakt producenten plantaardige voeding hard

Daarnaast is ook de nieuwigheid verdwenen. Het aantal spraakmakende producten dat veel media-aandacht krijgt, lijkt te zijn afgenomen, zo stelt de bank. Het remt het aantal consumenten dat voor de eerste keer vleesvervangers wil proberen. Ook vallen de smaak en textuur van de producten tegen en zijn er relatief weinig herhaalaankopen. Ten slotte liggen de producten ook onder een vergrootglas wat betreft hun gezonde of duurzame karakter.

Nauwere samenwerking

Toch ziet ABN kansen voor de categorieën. Zo kan de overheidsdoelstelling van meer plantaardige eiwitten en supermarkten die hun aanbod willen vergroten helpen. Supermarkten zouden meer kunnen inzetten op promotie en menusuggesties en investeren in het doorontwikkelen van hun huismerkproducten. Voor producenten betekent dit een kans op nauwere samenwerking met de supermarkten. Voor zuivel en vlees zijn er al langere tijd intensieve, langjarige samenwerkingen tussen alle schakels. Dit zou ook kunnen werken voor de plantaardige producten.

Een andere kans is de groeiende groep flexitatiërs. Door het kennen en definiëren van de doelgroepen, kunnen producenten hun product beter positioneren. Want ondanks dat meer consumenten aangeven minder vlees te willen eten, blijkt dat in de praktijk nog niet zo te zijn.

Een derde kans is productinnovaties. Om een grotere groep consumenten aan te spreken en herhaalaankopen te stimuleren moet er meer ontwikkeling zijn op smaak en textuur. Ook gemak, gezondheid, prijs en duurzaamheid moeten worden meegenomen in de prijsontwikkeling. Een innovatie die veel aandacht krijgt momenteel is fermentatie. Dit biedt mogelijkheden op het gebied van duurzaamheid en schaalbaarheid.

Horeca en eiwittransitie

Hybride producten hebben de potentie om een alternatief te bieden voor kleinere porties vlees. De afgelopen jaren kwamen deze producten moeilijk van de grond. Het grootste obstakel is de positionering van deze producten.

Ook de uitbreiding naar out-of-home, in de horeca, biedt mogelijkheden. De horeca kan een belangrijke bijdrage leveren in de eiwittransitie. Daarnaast moeten producenten niet alleen naar de Nederlandse markt kijken. Door op te schalen en nieuwe markten aan te boeren, kunnen ontwikkelkosten per product worden verlaagd. De kennis die in Nederland is opgedaan, kan in het buitenland worden gebruikt.