Amerikaans onderzoek: consument koopt minder voeding met GMO-vermelding

Consumenten kopen 5,9% minder voedingsmiddelen als het etiket vermeldt dat er genetisch gemodificeerde (GMO) ingrediënten in zitten. Als het etiket vermeldt dat het voedingsmiddel GMO-vrij is, dan stijgt de verkoop met 2,5%.

Dat melden onderzoekers van College of Agricultural Sciences van de Pennsylvania State University in de VS. De onderzoekers hebben gekeken naar de verkoop van voedingsmiddelen in de staat Vermont. In deze staat werd het in 2016 verplicht om op een etiket te vermelden dat er GMO-ingrediënten in de voeding zit.

National Bioengineered Food Disclosure Standard

Die verplichting verviel toen op 1 januari 2022 voor de hele Verenigde Staten de National Bioengineered Food Disclosure Standard van kracht werd. De nationale regels stellen GMO-vermelding verplicht als meer dan 5% van een ingrediënt uit GMO-bestanddelen bestaat. In Vermont gold een lagere grens van 0,9%.

De onderzoekers hebben gekeken hoe de verkoop van voedingsmiddelen zich ontwikkelde in Vermont sinds 2016. Dat is vergeleken met die in de staten Washington en Oregon, waar toen een kleine politieke meerderheid een verplichte GMO-etikettering afwees. De studie is gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Food Policy.

De onderzoekers zien dat in Vermont de verkoop van voedingsmiddelen met een GMO-vermelding daalde met 5,9%. Een GMO-vrij label liet de verkoop met 2,5% stijgen. De verkoop van biologische voeding groeide met 1,7%. Nadat de nationale wet sinds begin dit jaar ook geldt in Vermont, zien de onderzoekers een stijging van de verkoop van GMO-voeding met 6%.

Europese regels

De regels in de EU stellen een GMO-vermelding verplicht wanneer een ingrediënt voor meer dan 0,9% genetisch gemodificeerd is. Wanneer een dier is gevoerd met genetisch gemodificeerd veevoer, hoeft dat niet te worden vermeld op de etiketten van melk, vlees of eieren. Fabrikanten in de EU mogen op het etiket vermelden dat het product GMO-vrij is.

Linlin Fan, assistent-professor landbouweconomie aan de Pennsylvania State University, zegt dat het onderzoek aanwijzingen geeft welk effect de National Bioengineered Food Disclosure Standard in de VS gaat hebben op de verkoop van voedingsmiddelen, omdat Vermont de enige staat is in de VS waar ooit een verplichte GMO-etikettering van kracht was.

Verbeterde houding ten opzichte van GMO-voeding

Fabrikanten willen liever geen GMO-vermelding omdat ze vrezen voor een daling van de verkoop. Fan: “Voedingsmiddelen met GMO-ingrediënten zijn sinds de jaren negentig op de markt. We weten dat GMO-producten veilig zijn. Hoewel we een kleine daling van de verkoop zagen, was het geen groot effect. En we ontdekten dat de houding ten opzichte van GMO-producten in de loop van de tijd verbeterde.”

Ongeveer 50% van de Amerikaanse consumenten gelooft dat GMO-producten slechter zijn voor hun gezondheid dan GMO-vrije producten

Studies hebben volgens Fan consequent aangetoond dat GMO-producten veilig zijn om te eten. “Toch gelooft ongeveer 50% van de Amerikaanse consumenten dat GMO-producten slechter zijn voor hun gezondheid dan GMO-vrije producten. We hebben de effecten van de verplichte etiketteringswet van Vermont geanalyseerd om te zien hoe de nieuwe landelijke wet de verkoop van GMO-producten kan beïnvloeden. Toen de etiketteringswet niet langer van kracht was in Vermont, steeg de verkoop van GMO-gelabelde producten met 6%. Dat wijst op een verbeterde houding ten opzichte van GMO-producten in de loop van de tijd. Dit kan zijn omdat mensen meer vertrouwd zijn geraakt met GMO-producten.”

Volgens Fan is het nog te vroeg om de effecten van nieuwe National Bioengineered Food Disclosure Standard op de verkoop van GMO-producten te bepalen. “Maar de effecten kunnen kleiner zijn dan wat we in ons onderzoek vonden. De wet in Vermont was strenger dan het nieuwe nationale beleid met een grens van 0,9% in plaats van 5%.”