Amerikaanse heffing op EU-frites brug te ver

De VS hanteert nu een importheffing van 8% op frites uit de EU. De National Potato Council (NPC) in de VS wil dat daar nog eens 100% bijkomt. De NPC vindt dat Europese verwerkers frites dumpen in de VS en vreest dat dat erger wordt nu de vrieshuizen in de EU vol liggen met frites, waar door de coronacrisis geen afzet voor is.

Landen hebben het recht eigen sectoren een beetje te beschermen

Importheffingen zijn toegestaan door de wereldhandelsorganisatie WTO. Landen hebben het recht eigen sectoren een beetje te beschermen. De Europese Unie kent zelf ook tal van importheffingen, zoals op graan en suiker. Maar er mag geen sprake zijn van dumping. Producten mogen niet ver onder de kostprijs massaal worden verkocht in andere landen. Dat moet echter wel worden bewezen.

Strikte regels voor importheffingen

De NPC komt tot nu toe niet verder dan de constatering dat de import van frites uit de EU in vijf jaar met 475% is toegenomen. Dat is geen bewijs. De stijging van de import kan komen doordat de Amerikaanse fritesmarkt groeit. Ook kan het zijn dat de Europese sector efficiënter werkt, of beter inspeelt op de wensen van de Amerikaanse afnemers dan de binnenlandse producenten. Het is niet voor niks dat de WTO strikte regels hanteert voor importheffingen.

Eerst met bewijs komen

Vrije handel is een groot goed. Het prikkelt bedrijven om efficiënt te produceren en goed te luisteren naar hun afnemers. Dat genereert welvaart. De aardappelverwerkers in de VS moeten eerst met bewijzen komen. Wat tot nu toe op tafel is gelegd, toont eerder aan dat ze de concurrentie met de EU niet aan kunnen.