In West-Polen neemt het aantal gevallen van Afrikaanse varkenspest rap toe. Ook zijn twee boerderijen getroffen.
De Afrikaanse varkenspest in West-Polen lijkt zich ongehinderd te verspreiden. Tot halverwege deze week zijn op 639 plaatsen wilde zwijnen gevonden die zijn bezweken aan het virus. Ook zijn twee varkensbedrijven getroffen door AVP.
Het eerste AVP-geval in West-Polen is van november vorig jaar. Sindsdien groeit de bufferzone om het besmette gebied alleen maar en heeft een doorsnee van zo’n 200 kilometer. AVP zit 10 kilometer van de Duitse grens. Het virus verspreidt zich nu vooral in noordoostelijke richting, tot ver in de varkensrijke provincie Groot-Polen. Voor de varkenshouderij is deze provincie vergelijkbaar met Noord-Brabant in Nederland.
Uit een analyse in het Duitse vakblad SUS blijkt waarom Polen er niet in slaagt de AVP te stoppen. Dat heeft een aantal redenen:
Het hoofdprobleem is echter dat de jacht in het toezichtgebied niet loont en daarom zo goed als stil ligt. De afzetmogelijkheden van het zwijnenvlees zijn erg beperkt, waardoor het minder dan 30 cent per kilo opbrengt. Ook moet ieder geschoten zwijn naar een koelhuis worden gebracht voor een AVP-test. Er zijn echter weinig koelhuizen, zodat jagers soms 50 kilometer moet rijden. Ook komt er veel papierwerk bij. Voor jagers ontbreekt dus alle motivatie om zwijnen te schieten.