Bezorgdheid over corona bij nertsen

27-05-2020 | |
Foto: ANP
Foto: ANP

De overdracht van het coronavirus van nertsen op twee mensen doet alarmbellen rinkelen. Onderzoekers achten het risico op verspreiding klein. Toch zijn er grote zorgen.

De roep om de nertsenbedrijven die besmet zijn met het coronavirus te ruimen, wordt steeds groter. Ook dierenartsen en een getroffen veehouder roepen de overheid op om meer maatregelen te nemen op de besmette bedrijven. Om hierover besluiten te nemen, moet je de juiste kennis hebben, zegt landbouwminister Carola Schouten. Ze benadrukt dat de volksgezondheid voorop staat, maar ook dat je niet zomaar gezonde dieren gaat ruimen. Vrijdag neemt ze een besluit, als een onderzoek naar de ontwikkeling van het virus op de besmette bedrijven is afgerond.

Lees ook: Ruiming nertsen reële optie

Eind april bleken twee nertsenbedrijven in Noord-Brabant besmet te zijn met het coronavirus Covid-19. De dieren vertoonden luchtweginfecties en er was sprake van meer sterfte. 7 mei werd het virus ook op twee andere bedrijven vastgesteld; bij een ander bedrijf waar de dieren verschijnselen vertoonden en een contactbedrijf van één van de andere besmette bedrijven.

Op dinsdag 19 mei werd duidelijk dat het virus vermoedelijk is overgegaan van dier op mens. Inmiddels is dit ook bij een tweede persoon, de eigenaar van een besmette nertsenfarm in Deurne, aangetoond. Twee gezinsleden zijn ook geïnfecteerd, maar het is niet duidelijk hoe ze besmet zijn.

Geen virus buiten de stal

Bij de besmette bedrijven wordt uitgebreid onderzoek gedaan naar de ontwikkeling en verspreiding van het virus. Hieruit blijkt dat er buiten de stal geen virus is aangetroffen. De voorzorgsmaatregelen dat voetgangers en fietsers niet binnen een straal van 400 meter rondom een bedrijf mogen komen, zijn daarom ingetrokken. In de stal zelf zijn wel virusdeeltjes gevonden in de lucht.

Ook is gekeken naar de ontwikkeling van het virus bij de dieren. Verschijnselen bij de dieren worden gerapporteerd en er wordt bloedonderzoek naar antistoffen gedaan. Wekelijks worden dode dieren onderzocht op virus. Uit het onderzoek blijkt dat het virus naar verwachting al veel langer op de bedrijven aanwezig was voordat de eerste verschijnselen bij de dieren zichtbaar werden. Op sommige bedrijven blijkt 90% van de dieren antistoffen tegen het virus te hebben. Veel dieren maken de ziekte door zonder zichtbare verschijnselen.

Linten bij een nertsenhouderij die is gesloten nadat bleek dat dieren besmet waren geraakt met het coronavirus. - Foto: ANP
Linten bij een nertsenhouderij die is gesloten nadat bleek dat dieren besmet waren geraakt met het coronavirus. - Foto: ANP

Virus lijkt uit te doven

Op de bedrijven lijkt het virus inmiddels uit te doven. Het aantal ziektegevallen neemt af en de sterfte ligt weer op een normaal niveau. In de jaarlijkse cyclus van nertsen ligt de werptijd van de pups van half april tot half mei. Centraal in het onderzoek is de vraag of het virus bij de pups opnieuw oplaait. Als dat zo is, dreigen de bedrijven lange tijd te maken te krijgen met virus dat rondgaat. Arjan Stegeman van de faculteit diergeneeskunde (Universiteit Utrecht) noemt dat een onwenselijke situatie voor de volksgezondheid. Verdere maatregelen zijn dan nodig. Minister Schouten neemt hierover vrijdag een besluit, als de eerste resultaten van het onderzoek bekend zijn. Schouten zegt dat de volksgezondheid leidend is en dat er geen taboes zijn. Ruimen van de bedrijven lijkt daarmee een serieuze optie. Isoleren van de bedrijven en de veestapel laten uitzieken, kan een alternatief zijn.

Virus ook in de mest

Het coronavirus blijkt ook in de mest van de nertsen terecht te komen. Bij nertsen zijn mestmonsters genomen waarin dit is aangetoond. Onderzoek moet aantonen hoe lang het virus in de mest overleeft. Voorlopig mag de mest niet van de bedrijven af. In maart en april, voordat de besmetting aan het licht kwam, is de mest van de bedrijven nog uitgereden op eigen land. Dit had echter volgens Jaap van Dissel van het RIVM geen gevolgen voor de volksgezondheid. Voor de verspreiding van het virus via de mest zijn de wetenschappers dan ook minder bang.

Bij coronapatiënten in de omgeving van de nertsenbedrijven is niet het type virus aangetroffen dat bij de nertsen is aangetoond. “Als je in de omgeving hetzelfde type corona had gevonden, was het heel anders. Dat is niet gevonden”, aldus Van Dissel. Ook de hoeveelheid virus die in mest is aangetroffen, is vele malen minder dan bijvoorbeeld in monsters uit de keel. Van Dissel wijst er nog op dat een virus anders is dan bijvoorbeeld Q-koorts, dat door sporenvorming lange tijd in de mest blijft zitten.

Gemeentemedewerkers plaatsen borden nabij de door het coronavirus getroffen nertsenfokkerij in Milheeze.
Gemeentemedewerkers plaatsen borden nabij de door het coronavirus getroffen nertsenfokkerij in Milheeze.

Konijnen, ratten en muizen

Hoe de besmetting op het derde bedrijf is binnengekomen, is nog onduidelijk. Mogelijk spelen zwerfkatten een rol. Bij meerdere katten die op de bedrijven komen, is het virus aangetroffen. Hieruit wordt geconcludeerd dat het virus van nertsen ook is overgedragen op katten. Welke rol deze diersoort verder in de verspreiding heeft, wordt onderzocht. Heel groot is de rol waarschijnlijk niet, gezien de ontwikkelingen wereldwijd.

Wel adviseert Stegeman coronapatiënten hun kat binnen te houden. “We hebben natuurlijk veel ervaring met dierziektebestrijding bij productiedieren, maar niet bij huisdieren”, aldus Stegeman. Een uitgebreid onderzoek naar corona bij katten wordt opgezet. Daarnaast worden ook konijnenbedrijven gescreend op corona. Bij geen van de konijnenbedrijven zijn nu symptomen van Covid-19. Het risico voor verspreiding via ratten en muizen is klein. Deze diersoorten hebben hele andere receptoren dan de receptoren waar coronavirussen zich aan hechten.

Nederland is het eerste land waar het coronavirus bij productiedieren is vastgesteld en waar overdracht van virus van dieren op mensen is aangetoond. De vraag of het probleem alleen in Nederland speelt, kunnen de wetenschappers niet beantwoorden. “De vraag is of het wereldwijd weinig voorkomt bij dieren, of dat er weinig getest is. Er was beperkte testcapaciteit voor mensen dus werd er ook niet bij dieren getest”, legt Stegeman uit.

Heftigere uitbraak in Deurne

Op het bedrijf in Deurne verloopt de infectie heftiger dan op de andere twee bedrijven. De oorzaak is niet duidelijk. Het moment van introductie van het virus en de fase van de dracht zou volgens Stegeman een rol kunnen spelen. Het virus op dit bedrijf is niet virulenter (gevaarlijker) dan het virus op de andere bedrijven. “Daarvoor zijn de verschillen tussen de virussen te klein. Er zijn geen ernstigere of minder ernstigere stammen”, aldus Van Dissel.

Ook de wijze waarop het virus het bedrijf is binnen gekomen, is niet duidelijk. Mogelijk spelen zwerfkatten hier een rol. De dierenartsen zijn ook bezorgd omdat rond dit bedrijf geen luchtmetingen zijn gedaan naar het virus. Stegeman erkent dit. Volgens hem zijn de onderzoeken bij de andere bedrijven, die vele malen groter zijn en veel meer besmette dieren hebben, voldoende duidelijk maken dat geen extra onderzoek naar de lucht in de omgeving nodig is.

De eerste uitslagen van het onderzoek worden vrijdag verwacht, waarna het Outbreak Management Team Zoönosen een advies zal opstellen. Het kabinet neemt volgende week een besluit over eventuele extra maatregelen.

Vermaas
Mariska Vermaas Redacteur


Beheer