Bied toekomstperspectief aan duurzaam boeren

10-12-2021 | |
Poppe en Nicole van Buren
Geef boeren zelf de vrijheid om te bepalen hoe ze aan gestelde eisen voldoen, bijvoorbeeld op het vlak van biodiversiteit, adviseert de Rli. - Foto: Koos Groenewold
Geef boeren zelf de vrijheid om te bepalen hoe ze aan gestelde eisen voldoen, bijvoorbeeld op het vlak van biodiversiteit, adviseert de Rli. - Foto: Koos Groenewold

Veel aandacht gaat naar boeren die mogelijk moeten stoppen vanwege alle duurzaamheidsplannen. Krijn Poppe en Nicole van Buren willen de focus in het beleid juist op boeren die wél toekomstperspectief hebben. Krijn Poppe is lid van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli), Nicole van Buren is projectleider bij de Rli

Ondernemers in de landbouw worden geconfronteerd met tal van duurzaamheidsopgaven. Gezien de uitdagingen op het gebied van klimaat, biodiversiteit en water komen er ook komende jaren nog veel ingrijpende maatregelen op de boeren af. Deze hebben grote gevolgen voor de bedrijfsvoering van agrarische ondernemingen en zorgen voor onrust onder boeren. Met name sinds de stikstofcrisis gaat veel aandacht uit naar boeren die al of niet vrijwillig zouden moeten stoppen. Als Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) vinden we dat het overheidsbeleid zich daarnaast meer moet richten op boeren die binnen de duurzaamheidsgrenzen toekomstperspectief hebben.

Om als boer te kunnen ondernemen, moet ten minste aan drie voorwaarden worden voldaan: duidelijkheid over de eisen die aan het bedrijf worden gesteld, vrijheid om te bepalen hoe die eisen worden gerealiseerd en een goed hanteerbaar systeem voor controle en handhaving.

Als Raad hebben we ons licht opgestoken bij boeren om de vraag te beantwoorden welk overheidsbeleid boeren helpt om binnen de duurzaamheidsgrenzen te kunnen ondernemen. Dat heeft geleid tot ons advies ‘Boeren met toekomst’.

Duidelijkheid over de eisen

Om te kunnen ondernemen, is het allereerst noodzakelijk dat voor de korte én zo veel als mogelijk ook voor de langere termijn duidelijkheid wordt geboden aan welke eisen boeren moeten voldoen. Die helderheid moet op bedrijfsniveau worden geboden, we moeten dus niet volstaan met doelstellingen voor de sector alleen. Dat is nodig om boeren in staat te stellen om zelf hun toekomstperspectief te ontwikkelen en tijdig te innoveren of hun verdienmodel aan te passen. Zonder duidelijkheid over toekomstige eisen is het lastig investeren.

In sommige gebieden liggen er gezamenlijke opgaven, bijvoorbeeld als gevolg van een gewenste verhoging van de waterstand of biodiversiteitsherstel. Dan is een gebiedsproces belangrijk, waarin boeren worden gestimuleerd om de opgaven gezamenlijk aan te pakken. Het Rijk moet daarbij actief betrokken zijn en de provincies moeten in deze regionale processen een ondersteunende rol spelen.

Vrijheid binnen de eisen

Normering door de overheid vindt plaats in de vorm van algemene regels of door voorschriften in de omgevingsvergunning. Deze regels en voorschriften moeten zo veel mogelijk vrijheid geven aan boeren hoe zij daaraan gaan voldoen. Dan kunnen boeren zelf bepalen hoe zij dit het beste kunnen inpassen binnen hun individuele bedrijfsvoering en wordt innovatie bevorderd. Dat betekent dat normen het best als maximaal toegestane emissie kunnen worden gedefinieerd. Omdat die emissie (nog) niet altijd betrouwbaar meetbaar is, zal de werkelijke emissie van een bedrijf soms moeten worden afgeleid uit de aard van stallen of gebruikte bedrijfsprocessen.

Een hanteerbaar systeem voor controle en handhaving

Controle en handhaving van algemene regels en vergunningen is en blijft een verantwoordelijkheid van de verschillende overheden (Rijk, provincie, waterschap, gemeente). Om een veelheid van controles en de bijbehorende administratieve lastendruk voor de boeren zo veel mogelijk te beperken, stelt de Rli voor een systeem van certificering in te voeren. Daarvoor moet een instantie worden opgericht die certificaten afgeeft aan boeren. Langs deze weg worden alle eisen in onderling verband bij elkaar gebracht en kunnen verschillende bedrijfsstrategieën, van high-tech tot extensief, naast elkaar bestaan zolang ze aan de normen voldoen. Tegelijk kan de afgifte van een certificaat worden gekoppeld aan regelingen die boeren belonen indien zij verder gaan dan de geldende norm, voorschrijft zoals in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Via dit toezicht krijgen boeren ook beter zicht op de stappen die ze nog moeten en kunnen maken om aan de toekomstige normen te voldoen. Controle door de overheid is minder nodig naar de mate waarin wordt voldaan aan de in het certificaat opgenomen eisen.

Afzetmarkt

Een afzetmarkt voor duurzaam geproduceerd voedsel is van groot belang. Kredietverstrekkers, inkoopcombinaties van supermarkten, afzetcoöperaties en ook de consument moeten meer bijdragen aan het proces van verduurzaming. Daartoe dient de overheid, ook internationaal, de nodige initiatieven te nemen om partijen in de voedselketen ertoe te bewegen dat de boeren worden beloond, die met hun bedrijfsopzet al voldoen aan de toekomstige normen.



Beheer