Het land dat in Europa voorop loopt in het areaal biologische landbouw, geeft de meeste noodtoelatingen voor niet-toegelaten gewasbeschermingsmiddelen.
Dat blijkt uit een onderzoek van de actiegroep Pesticide Action Netwerk (PAN), dat in Brussel lobbyt tegen het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. PAN heeft geïnventariseerd welke lidstaten in de periode van 2019 tot en met vorig jaar niet toegelaten middelen op basis van een noodtoelating alsnog beschikbaar hebben gemaakt. In totaal werden 236 nood-toelatingen geregistreerd voor veertien werkzame stoffen. Oostenrijk maakte twintig keer gebruik van de noodtoelating.
Lidstaten kunnen bij wijze van uitzondering niet-toegelaten middelen inzetten bij de bestrijding van ziekten en plagen als daartoe een landbouwkundige noodzaak bestaat. Directeur Marin Dermine van PAN zegt dat het erop lijkt dat de noodtoelatingen geen uitzonderingen meer zijn. Volgens hem is het misbruik van de uitzonderingsmogelijkheid wijdverbreid in de Europese Unie.
Neonicotinoïden voeren de ranglijst aan van middelen die vanwege een landbouwkundige noodzaak bij wijze van uitzondering zijn toegelaten. Hoewel vanuit de akkerbouw in Nederland meermalen gepleit is voor een noodtoelating in Nederland, heeft de minister van landbouw dat verzoek nooit overgenomen. In zeventien lidstaten is de landbouwminister wel overstag gegaan, waarbij Roemenië, Tsjechië, Finland, Polen en Oostenrijk de ranglijst aanvoeren. Het merendeel had betrekking op de suikerbietenteelt, maar ook in andere gewassen (hop, aardappelen, mais, zonnebloem en koolzaad.
Nederland is nog betrekkelijk terughoudend bij de noodtoelatingen. PAN registreerde in vijf noodtoelatingen in Nederland. PAN keek naar veertien middelen waarvan is vastgesteld dat ze schadelijk zijn voor insecten (zoals neonicotinoïden) of hormoonverstorend zijn (zoals onkruidbestrijder diquat). Neonicotinoïden en diquat staan aan de top van het lijstje niet-toegelaten middelen die bij uitzondering zijn toegelaten.
Op de lijst van middelen die bij uitzondering worden ingezet zijn ook stoffen die nooit in de EU toegelaten zijn, zoals de bodemontsmetter 1,3-dichloorpropeen.