Minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) kondigde dinsdag 31 maart extra maatregelen aan om bedrijven te helpen die zijn getroffen door de coronacrisis. - Foto: ANP
Het klinkt mooi: het Rijk neemt tot 90% van de loonkosten tijdens de eerste maanden van de coronacrisis voor zijn rekening. Tenminste, als de omzet volledig is weggevallen.
Is die voor 50% weggevallen, dan draagt de overheid naar rato de last, dus 45% procent van de loonkosten – tot een maximum van € 9.538 aan werkgeverslasten per medewerker.
Het is een uitkomst voor al die mkb-bedrijven die nu gesloten zijn of minimale omzet draaien. Ze hoeven hun medewerkers niet te ontslaan, die komen hierdoor ook niet in de deeltijd-ww. Ze houden hun baan en inkomen en kunnen na afloop van de perikelen weer gewoon aan de slag.
Lees ook: Noodregeling voor banenbehoud vanaf 6 april open
Regeling biedt nauwelijks soelaas voor landbouw
Voor door corona getroffen landbouwbedrijven biedt deze ruime regeling nauwelijks soelaas. De meeste landbouwbedrijven zijn eenpitters. Vast personeel is op slechts een deel van de bedrijven aanwezig. Wat het ondernemersgezin niet zelf kan doen, wordt veelal uitbesteed aan loonwerkers, zzp‘ers of uitzendkrachten.
Ook de zwaar getroffen sierteeltbedrijven hebben nauwelijks personeel op de loonlijst. Voor het doordraaien van bloemen en worden nog steeds mensen ingehuurd. Dat kost kapitalen aan arbeid en gederfde inkomsten.
Zwaar getroffen deelsectoren bijstaan
Deze ondernemers kunnen alleen maar terugvallen op algemene regelingen als € 4.000 per ondernemer, zelfstandigenbijstand zonder noemenswaardige voorwaarden, uitstel van belastingen, uitstel aflossing én rente bij de banken. Dat zet geen zoden aan de dijk.
De overheid heeft nu zeer snel en grofmazig het leegbloeden van het mkb gestelpt. Nu is het zaak een fijnmaziger regeling op te tuigen om ook de relatief kleine, zwaar getroffen deelsectoren binnen de landbouw bij te staan.