Doorgaan naar artikel

Bodec: productkwaliteit verbeteren met technologie en duurzaamheid

Bodec brengt nieuwe mogelijkheden en kansen voor procestechnologie in praktijk: van ontwikkeling en testen tot ontwerp en productie. Het bedrijf begeleidt zowel multinationals als start-ups uit binnen- en buitenland.

Frank de Boeff ziet kansen in het opschalen van nieuwe technieken. premium

Frank de Boeff ziet kansen in het opschalen van nieuwe technieken.

Bodec brengt nieuwe mogelijkheden en kansen voor procestechnologie in praktijk: van ontwikkeling en testen tot ontwerp en productie. Het bedrijf begeleidt zowel multinationals als start-ups uit binnen- en buitenland. “Samen kijken we hoe we processen efficiënter en duurzamer kunnen inrichten. Daarbij fungeren we echt als ideeëngenerator”, aldus mede-eigenaar Frank de Boeff.

Bodec fungeert als een proeffabriek voor nieuwe initiatieven en helpt bedrijven met het ontwikkelen van oplossingen voor onder meer reststroomverwerking in de voedingsindustrie. Frank de Boeff is samen met zijn compagnon Paul Dekkers in 1994 rechtstreeks vanuit de schoolbanken met Bodec gestart. “We hebben allebei chemische technologie gestudeerd aan de TU in Eindhoven. Er waren grote laboratoria met analyseapparatuur en testopstellingen en er was ook heel veel kennis aanwezig, maar beide werden vaak niet toegepast in de praktijk. Dat was immers niet de rol van de universiteit. Zodoende besloten Paul en ik zelf in dat gat te springen.”

Eigen proeffabriek

In 2012 werd besloten om een eigen proeffabriek op te zetten. Dat had twee redenen: “In opdracht waren we nieuwe technologieën aan het scouten die wij zelf ook heel interessant vonden. We wilden deze graag verder ontwikkelen en in een testomgeving aan andere bedrijven laten zien. We hebben een prachtige locatie gevonden op de Suytkade naast de Groene Campus in Helmond. Mede door subsidieprogramma’s konden we daar een proefproductie realiseren.”

Wij zijn echt het tussenstuk van het idee tot aan de markt

De faciliteit is circa 1.400 vierkante meter en draait inmiddels op volle toeren. “Als bedrijven een idee hebben, dan kunnen ze dat bij ons uittesten en vervolgens een proefproductie realiseren”, legt De Boeff uit. “Wij kunnen testen uitvoeren en processen verder ontwikkelen in onze proeffabriek en daarna kunnen wij productie voor hen opstarten en meedenken hoe hun fabriek ontworpen moet worden. Dat doen we zowel voor multinationals als voor start-ups. Wij helpen hen met onze kennis en ervaring. We vinden het leuk om na te denken over hoe we het proces zo efficiënt en duurzaam mogelijk kunnen inrichten.” Daarbij wordt altijd samengewerkt met partners. “We bouwen zelf geen fabrieken en ook geen technologie. Wij zijn echt het tussenstuk van het idee tot aan de markt.”

Productie verzorgen

Ook wordt nagedacht over opschalen, het op de markt brengen van nieuwe producten en een verdere finetuning. “We proberen de time to market te verkorten door zaken slim aan te pakken. Door efficiënter te werken met minder investeringen.” Daarna wordt met de productie gestart. “De bedrijven kunnen kiezen: of ze starten hun eigen productielijn of ze laten de productie door ons verzorgen, totdat het volume te groot wordt. Afhankelijk van het product kunnen we tussen de 500.000 en 700.000 kilo produceren. Maar doordat we voor veel verschillende bedrijven de productie verzorgen, zijn we vooral met starts en stops bezig en wordt er heel veel schoongemaakt.”

Minder risico

Inmiddels zijn al meer dan 75 start-ups geholpen. “Voor veel beginnende bedrijven is het lastig om een eigen productie te starten”, weet De Boeff. “Je kunt vanuit het lab iets bedenken, maar dan weet je nog niet hoe de markt op het product reageert. Om daar achter te komen, moet je vaak duizenden of misschien wel tienduizenden kilo’s produceren. Je moet normaal gesproken dus eerst een kleine fabriek bouwen om te onderzoeken of er wel of geen markt voor je product is. Dat risico kunnen wij aanmerkelijk verkleinen door de productie te verzorgen.” De samenwerking heeft nog een ander voordeel: “Terwijl wij ervoor zorgen dat de productie wordt geoptimaliseerd, kunnen de bedrijven zich richten op het vermarkten van het product.”

Inmiddels is zo’n 60 tot 70% van de klanten afkomstig uit het buitenland, variërend van Noorwegen en IJsland tot Israël. “Ook hebben we een aantal klanten in Canada, Amerika en Azië. Daarbij gaat het zowel om start-ups als om multinationals.” Over het soort bedrijven dat aanhaakt, kan De Boeff duidelijk zijn. “Het gaat vooral om ondernemers die zich richten op het verwaarden van reststromen. Daarnaast richten velen zich op plantaardige ingrediënten. Denk bijvoorbeeld aan geur- en smaakstoffen, eiwitten en vezels.”

Terwijl wij ervoor zorgen dat de productie wordt geoptimaliseerd, kunnen de bedrijven zich richten op het vermarkten van het product

Eiwitten

De Boeff ziet veel kansen voor eiwitten uit algen, zeewier, bietenblad, tomatenstengels, et cetera. “Helaas gaat het hierbij om groene eiwitten, die ontkleurd moeten worden, omdat consumenten de groene kleur niet waarderen. Dat maakt het proces complex. Het zou beter zijn als de consument wat toegeeflijker wordt. Dan kan de industrie ook toegeeflijk worden en meer gaan toepassen.”

Ander knelpunt: “Op het gebied van nieuwe gewassen wordt veel gekeken naar zeewier en algen, maar slechts weinigen willen deze aquatische biomassa verbouwen, omdat er geen grote markt voor is. Die markt ontstaat vaak pas als de prijs gunstig is en als er meer toepassingen ontwikkeld worden, waardoor de teelt toeneemt.”

Samenwerking met toeleveranciers

De basisapparatuur in de faciliteit kan voor 80% van de projecten worden gebruikt, vertelt De Boeff. “Voor de overige 20% kunnen we technieken huren of leasen.” Het komt ook voor dat klanten nieuwe technieken inbrengen, bijvoorbeeld vanwege een patent, of omdat een apparaat specifiek voor die klant is ontwikkeld. Een andere optie is dat de apparatuur – als deze ook voor andere bedrijven interessant is – door Bodec zelf wordt aangeschaft. “Wij zijn altijd geïnteresseerd in nieuwe technieken en werken hiervoor nauw samen met toeleveranciers. We proberen echt hét centrum te zijn voor de meest innovatieve technologie.”

De toeleveranciers zelf zijn ook blij met de samenwerking. “Als we samen met de klant de productie testen en vervolgens opschalen, dan hoeven de toeleveranciers niet zelf grote proeffabrieken te realiseren”, aldus De Boeff, die merkt dat momenteel vooral technologieën op het gebied van fermentatie en slimmere droogtechnieken in opkomst zijn. “Ook het vergroten van de duurzaamheid wordt steeds belangrijker. Met technologie proberen we het energiegebruik en/of het waterverbruik te verminderen en de productkwaliteit te verhogen.”

Voedselverspilling

Bodec helpt ook voedselverspilling tegen te gaan. Daarbij gaat het volgens De Boeff om twee zaken: het volledig benutten van de grondstoffen – en dus ook reststromen – en het zoeken naar alternatieve grondstoffen. “We hebben bijvoorbeeld voor een visverwerkend bedrijf een proces ontwikkeld om waardevolle grondstoffen uit visreststomen te halen. De vrijgekomen visolie wordt nu in capsules gestopt, de eiwitten worden gebruikt in sportdrankjes en -voeding en uit de huiden wordt collageen gehaald.”

Voor duurzaam produceren zijn slimme technologieën nodig

Duurzaam produceren wordt in de toekomst nog belangrijker, benadrukt hij. “Daarvoor zijn slimme technologieën nodig. Dat vraagt om samenwerking tussen de voedingsindustrie, de apparatenbouwers of softwaremakers en partijen die zich bezighouden met sensoring. Het vinden van voldoende geschoold personeel is moeilijk. Met automatisering kun je ervoor zorgen dat mensen op een slimmere en snellere manier aan informatie komen. Meten wordt steeds belangrijker. Daardoor wordt de efficiëntie verhoogd.”

Uitbreiding

De Boeff en Dekkers hebben allerlei toekomstplannen. “We zijn in samenwerking met onze technologieleveranciers bezig met het uitbreiden van onze faciliteiten, zodat we onze opdrachtgevers langer kunnen helpen.” Een andere kans zien ze in het opschalen van nieuwe technieken om deze samen met partners in de markt te zetten. “Momenteel zijn we bezig met een droogtechnologie die een stuk efficiënter is dan de huidige technologieën en minder energie verbruikt.”

Daarnaast willen de ondernemers start-ups nog meer ondersteunen. “In samenwerking met een aantal investeringsfondsen willen we hen in kortere tijd naar een volwassen niveau brengen. Als de ideeën van een start-up aansluiten bij die van ons, dan lijkt het ons leuk om ook op een andere manier bij zo’n bedrijf betrokken te zijn. Misschien niet als aandeelhouder, maar wel als adviseur.”

Snel delen

Image
Wendy Noordzij

Freelance redacteur

Misset Uitgeverij B.V. Auteursrecht voorbehouden

Algemene voorwaarden Privacy Cookies

Beheer
WP Admin