V.l.n.r. Jan Tolhoek, Koen Klompe en Bram Veldhuizen. De dagelijkse leiding op de Boerderij van de Toekomst is in handen van een driemanschap van jonge Wageningen UR-onderzoekers. Het zijn alle drie boerenzonen uit Flevoland met de aandachtsgebieden data, mechanisatie en agronomie. Samen zijn ze op de Boerderij van de Toekomst ‘de boer’.
Op de Boerderij van de Toekomst wordt de komende vier jaar in een praktijkachtige setting gekeken naar een duurzaam alternatief voor de huidige akkerbouw met monocultuur. De kostprijs is er niet leidend.
Dit voorjaar gaat bij WUR-PPO in Lelystad de Boerderij van de Toekomst van start. In mei zal het officiële startschot klinken, maar feitelijk is het project al gestart. Het bouwplan is gereed en zodra de grond en het weer dat toelaten, gaan de gewassen de grond in.
Deze Boerderij van de Toekomst wordt een ‘zo praktijkachtig mogelijk’ gangbaar bedrijf dat werkt met strokenteelt, een robot, drone, precisietechnieken, een minimum aan input aan kunstmest en bestrijdingsmiddelen. De kringloopgedachte van landbouwminister Carola Schouten wordt op een kavel van 25 hectare zo ver als mogelijk doorgevoerd.
Opnemen van rioolslib in bemesting
Daarbij wordt ook gedacht aan mogelijkheden om de akkerbouw wat meer kringloop te maken dan hij nu is. Dat betekent het opnemen in de bemesting van menselijke reststromen, ofwel rioolslib. “Het grootste lek in de landbouwkringloop is het verdwijnen van menselijke uitwerpselen in het riool”, vertelt Chris de Visser van Wageningen UR. Hij is projectleider van de Boerderij van de Toekomst. “We gaan uitdokteren hoe we zo voor meer circulariteit kunnen zorgen. We maken ook interactie met een rundveebedrijf. Daarvoor telen we dan graan en grasklaver, ervoor in de plaats krijgen we stalmest terug. Verder gaan we met zon- en windenergie elektriciteit opwekken, waarmee we op termijn diesel kunnen vervangen.”
Transitie naar kringlooplandbouw
Op de Boerderij van de Toekomst is niet langer de druk op de kostprijs van producten leidend. Daarvoor in de plaats komt een streven naar voortdurende verlaging van het verbruik van grondstoffen en vermindering van de druk op de leefomgeving. Die aanpak moet uiteindelijk voor de boer een beter verdienvermogen opleveren, minder schadelijke emissies naar bodem, lucht en water en vergroting van de biodiversiteit. De voedselvoorziening moet dan straks én economisch én ecologisch efficiënt zijn.
De akkerbouw zet door perfectie van de chemische aanpak van ziekten en plagen en aandacht voor een weerbaardere bodem misschien al wel stappen in de goede richting. Maar het blijkt niet genoeg. Het volgens sommigen doodlopende pad van ‘meer met minder’ wordt niet verlaten.
Ik denk dat we het niet gaan redden op grote percelen met monoculturen, ook niet met de modernste technologie
Chris de Visser, projectleider van Wageningen UR
“Om werkelijk te verduurzamen, is een omslag in het denken nodig”, vertelt De Visser. “Om het verschil met nu te maken, is een systeemverandering nodig, een heel andere kijk op teelten. Ik denk dat we het niet gaan redden op grote percelen met monoculturen, ook niet met de modernste technologie. Op grote percelen is het voor ziekten of plagen tafeltje-dek-je. Misschien krijg je van het middelenverbruik 20% af, maar een reductie met 80 of 90% ga je niet halen. Er worden minder middelen toegestaan, en er worden er ook minder ontwikkeld. Er is een andere koers nodig.”
Strokenteelt als alternatief teeltsysteem
Op de Boerderij van de Toekomst moet dus een andere koers uitgeprobeerd worden. In eerste instantie financiert het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit het project voor vier jaar.
Strokenteelt is een sleuteltechniek in het project, Een belangrijke kraamkamer voor teelt en teelttechniek is daarom de proeftuin Agro-ecologie & Technologie, een paar honderd meter verderop. Daar wordt al enkele jaren gekeken naar alternatieve teeltsystemen, waaronder de strokenteelt.
Robot echt aan het werk
Ook de robot gaat een belangrijke rol spelen. De autonoom werkende werktuigdrager Agrointelli Robotti van Wageningen UR, die al een paar jaar van hot naar her wordt gesleept om op demo’s zijn kunstje te demonstreren, moet nu laten zien wat hij echt kan. “Nu moet er echt gewerkt worden”, vertelt Bram Velthuisen, een van de drie jonge onderzoekers die samen belast zijn met de dagelijkse aansturing van de Boerderij van de Toekomst. “We willen hem vanaf nu zoveel mogelijk in Lelystad houden. Dat wordt zeker schoffelen en wieden, maar er moet meer mee kunnen: grondbewerking, zaaien, verzorgen en zo mogelijk ook oogsten.”
Kunstmatige intelligentie en 5G
Verder moet hoogwaardige technologie praktijkrijp worden gemaakt om de robot en ook de drone goed tot hun recht te laten komen. In laboratoriumsituaties werken ze bij Wageningen UR al jaren aan kunstmatige intelligentie om onkruiden, ziekten en plagen geautomatiseerd te herkennen, te wieden of te bespuiten. Daarvoor moeten enorme aantallen beelden worden verstuurd, elders gelezen en worden omgezet in opdrachten die naar de robot moeten worden verstuurd. Dat moet in milliseconden gebeuren. Voor die enorme hoeveelheden data heb je sowieso een 5G-netwerk nodig. In Drenthe is in samenwerking met KPN vorig jaar gebleken dat het kan werken.
“In aanleg is het er allemaal, maar hier moet het verder ontwikkeld en klaar voor de praktijk gemaakt worden”, aldus De Visser. “Het gaat om heel veel dataverkeer. De drone ziet iets raars in het veld. Daarop stuurt de boer de robot naar buiten. Die AI (artificial intelligence, kunstmatige intelligentie, red.) voor beeldherkenning neemt een enorme vlucht. Het gaat om de herkenning van ziekten en onkruiden, maar ook om de bepaling van het juiste oogstmoment. Die technologie moet in het gebruik ook nog eens supereenvoudig zijn. Telers moeten hun robot of drone bij wijze van spreken met alleen de smartphone in de hand kunnen aansturen.”
Zicht op rendement
Op de Boerderij van de Toekomst kijkt Wageningen UR in welke mate strokenteelt en inzet van de veldrobot kunnen helpen om bodemverdichting te verminderen, gewassen weerbaarder te maken, om te gaan met klimaatverandering, de biodiversiteit te vergroten, te zorgen voor meer landschapsbeleving én het inkomen van de ondernemer te vergroten. ‘Praktijkachtig’ betekent dat er rendement moet worden gemaakt, of dat het systeem tenminste zicht geeft op rendement. Er gaat strak op de kosten en opbrengsten gemonitord worden. “Per saldo zal er in het begin wel geld bij moeten”, verwacht Chris de Visser. “Zeg maar leergeld. Bij de overstap gaat het eerst om investeren en leren. En bij de robot moet eerst nog een mannetje toezicht houden; je mag hem nog niet alleen laten. Maar wat we op deze Boerderij van de Toekomst eerst graag getoetst zien is of een systeem van integrale verduurzaming kan werken. Het is een gedachte-experiment dat we nu fysiek maken.”
De Visser rekent er ook op dat de Boerderij van de Toekomst innovatie oplevert voor toeleveranciers. “Ook bedrijven uit de periferie kunnen de transitie naar een andere landbouw begeleiden. Als het alleen maar een Wageningen UR-ding blijft, hebben we verloren.”
Maar De Visser is hoopvol: “Er is veel belangstelling voor strokenteelt en robottoepassingen. Het zou mooi zijn als de sector het uit onze handen grist. Ik constateer in ieder geval dat er veel honger is naar oplossingen.”
Meepraten over precisielandbouw? Meld je aan voor de Facebook-groep van NPPL