Doorgaan naar artikel

Boerenprotest zet prijzendiscussie op de agenda

Hogere prijzen voor landbouwproducten in supermarkten is diep gekoesterde wens agrarische sector.

Geüpdatet op:
Achtergrond
Sustainable food
AH heeft het ‘Beter voor’-programma waarbij afspraken zijn gemaakt met onder andere varkenshouders, melkveehouders en pluimveehouders. - Foto: Ronald Hissink premium

AH heeft het ‘Beter voor’-programma waarbij afspraken zijn gemaakt met onder andere varkenshouders, melkveehouders en pluimveehouders. - Foto: Ronald Hissink

Boereninkomens staan op de agenda. In de politiek en bij supermarkten. Twee jaar na het begin van de boerenprotesten praten partijen in de voedselketen over de positie en prijzen van het Nederlandse product in de schappen. Het is een langdurig traject en zal niet voor alle ondernemers tot betere prijzen leiden.

Hogere prijzen voor landbouwproducten in supermarkten is al lang een diep gekoesterde wens van de agrarische sector. Het is vooral een item omdat Nederlandse producenten vaak hogere kosten maken dan collega’s in het buitenland. Ook in het nieuwe regeerakkoord wordt versterking van de boer in de keten genoemd.

De afgelopen twee jaar was het één van de onderwerpen bij de boerenprotesten. Naast trekkers op het Malieveld waren er ook acties bij distributiecentra van supermarkten en in januari werd er nog een vracht aardappelen afgeleverd op de stoep van het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL).

Onderwerp op de agenda

Naar aanleiding van de protesten staat het onderwerp op de agenda. Daarbij zijn meerdere gesprekken geweest tussen met name het CBL, LTO Nederland en partijen die actief waren rondom de boerenprotesten (FDF en Agractie).

Supermarkten praten allemaal mee en we ondervinden geen tegenwind, dat is al winst

Een jaar later is de rook van de trekkers opgetrokken en is er wat in gang gezet. Het meest concreet is het project Waardecreatie in ketens, waarin LTO optrekt met Rabobank en de jonge boeren van het NAJK. Binnen het project zoeken sectoren zelf met supermarkten naar een beter verdienmodel. Via sectorale overlegtafels met boeren en tuinders moeten ze afspraken maken hoe de keten, inclusief supermarkt, het Nederlandse product gaat promoten. Dat is nu in volle gang en loopt deels samen met al eerder ingezette trajecten.

Winst

Volgens LTO-voorzitter Sjaak van der Tak is het uitgangspunt daarbij een contractperiode van vijf jaar met vaste prijzen die méér dan alleen de meerkosten vergoeden. “Het is niet meer dan normaal dat ook boeren er wat aan verdienen.” Van der Tak geeft aan dat april 2022 het moment is om het net op te halen. Vooralsnog is hij positief over de houding van de supermarkten. “Ze praten allemaal mee en we ondervinden geen tegenwind, dat is al winst.” Dat de overheid in het regeerakkoord kritischer naar de consument en supermarkt wil kijken bij verduurzaming kan ook positief bijdragen.

Lees verder onder foto

Boeren blokkeerden afgelopen jaar diverse keren distributiecentra van supermarkten, zoals hier van Jumbo in Beilen in december 2020. - Foto: ANP
Boeren blokkeerden afgelopen jaar diverse keren distributiecentra van supermarkten, zoals hier van Jumbo in Beilen in december 2020. - Foto: ANP

Supermarkten bewegen

Een aantal supermarkten is de afgelopen tijd in beweging gekomen en zet het Nederlandse product prominenter in het schap. Met meer dan 1.000 ondernemers zijn al afspraken gemaakt of in de maak. Zo gaat Jumbo huismerkproducten van Nederlandse bodem verkopen onder de naam ‘Van Dichtbij’. De verwachting is dat daarmee het aandeel Nederlandse producten in het winkelschap groeit.

Albert Heijn doet dat met het ‘Beter voor’-programma, zoals ‘Beter voor Koe, Natuur en Boeren’. AH heeft inmiddels afspraken lopen met onder andere melkveehouders, varkenshouders, akkerbouwers en groentetelers. Medio december zijn er nog afspraken gemaakt met 200 pluimveehouders en slachterij Plukon over vijfjarige contracten, inclusief een financiële paragraaf.

Hobbels zijn er ook; door het oorspronkelijke project van AH over de afzet van rundvlees is vorige maand een streep gezet na protest uit de veehandel. Nu zijn er met nieuwe partijen afspraken gemaakt. Daarbij blijft er minder over voor de deelnemende veehouders.

Mooie sier maken

Critici van deze aanpak vrezen dat supermarkten vooral mooie sier maken voor producten van eigen bodem, maar dat het de boeren en tuinders uiteindelijk geen cent meer oplevert. Ook worden vraagtekens gezet bij de verdeling van meeropbrengsten over de ketenpartijen. Als voorbeeld wordt vaak het Beter Leven-systeem aangehaald. Dit welzijnsvriendelijke keurmerk van de Dierenbescherming stimuleert weliswaar verkoop van Nederlandse producten, maar hogere prijzen zijn gebaseerd op het vergoeden van meerkosten. Van der Tak wil echter supermarkten afrekenen op daden en niet op ervaringen uit het verleden.

Supermarkten willen ook een toekomstbestendige duurzame voedselketen

Het is een gegeven dat niet alle boeren en tuinders van deze aanpak profiteren. Daarvoor is de binnenlandse markt te beperkt en het aantal deelnemende bedrijven te klein. Aan de andere kant zullen lang niet alle ondernemers zich willen binden aan meerjarige ketensamenwerking. Dat zit ook deels in de cultuur van bepaalde sectoren. De initiatiefnemers van Waardecreatie in ketens hopen dat het opschaling naar Noordwest-Europa mogelijk is zodat ook meerwaarde via de exportmarkten wordt bereikt. Dat is echter nog ver weg.

Voedselnationalisme risico

Vanuit de supermarktbranche zijn vooralsnog positieve geluiden te horen over de gezette stappen met de sector. Marc Jansen, directeur van het CBL, benadrukt dat het niet enkel het gevolg is van protesten. “Al enkele jaren staat het op de agenda en dat heeft in 2019 geleid tot een rapport over strategische ketensamenwerking. Supermarkten willen ook een toekomstbestendige duurzame voedselketen.” Jansen bestrijdt het beeld vanuit de agrarische sector dat alleen de boer moet opdraaien voor meerkosten voor verduurzaming. “We snappen dat die moeten worden vergoed. Met strategische samenwerkingen zijn de rugnummers van de boeren bekend en is duidelijk aan wie je uitkeert.”

‘Voedselnationalisme’ is een risico voor een exportland als Nederland

Ook Jansen geeft aan dat supermarkten maar voor een beperkt deel bijdragen aan de inkomsten van boeren en tuinders. Dat vraagt ook wat tempering van verwachtingen. “Het deel export hebben wij geen invloed op.” Ook blijft er concurrentie tussen supermarkten waarbij ondernemingen zelf afspraken maken met leveranciers. “Consumenten zullen overtuigd moeten worden dat de binnenlandse producten beter zijn.”

Hij wil in dat kader nog wel meegeven dat ‘voedselnationalisme’ een risico is voor een exportland als Nederland. “Het is terecht hoor dat Nederlandse boeren hun producten op de thuismarkt goed proberen te verkopen. Maar op veel buitenlandse markten profiteren Nederlandse boeren en tuinders van het feit dat supermarkten in die landen geen eigen producten in de schappen leggen. Dat mag de sector zich best beseffen.”

‘LTO is de spelbreker’

De weg die de verschillende ketens nu inslaan wordt met minder enthousiasme ontvangen door de protesterende boeren van het eerste uur. Farmers Defence Force (FDF) lanceerde vorig jaar het keurmerk ‘Farmer Friendly’, waarbij een vaste afdracht van 3% van de opbrengstprijs vanuit de supermarkt naar boeren en tuinders zou gaan. Het idee is dat alle boeren en tuinders zo profiteren van verkopen in de supermarkten.

In de hele keten is inmiddels erkenning dat boeren te weinig krijgen voor hun producten

Contouren voor het keurmerk waren al een jaar eerder gemaakt en als resultaat van overleg tussen boeren, supermarkten en verwerkers opnieuw op tafel gelegd. Afgelopen voorjaar liet het CBL echter weten niet met het keurmerk aan de slag te gaan. De organisatie verwijst de initiatiefnemers naar de individuele supermarkten, maar daar heeft het tot op de dag vandaag geen navolging gekregen.

Logo van programma 'Van Dichtbij' van Jumbo. - Foto: Jumbo
Logo van programma 'Van Dichtbij' van Jumbo. - Foto: Jumbo

“Tot onze grote spijt is LTO de spelbreker”, zegt Sieta van Keimpema, bestuurslid en woordvoerder van FDF. “LTO had zich achter de boeren moeten scharen. Ze zijn nu een deal aan het maken waar maar een paar honderd boeren op vooruit gaan.” Ze zet ook grote vraagtekens bij de financiële onderbouwing van afspraken. De huidige aanpak wijkt volgens haar af van wat is toegezegd. “Voor 1 april 2021 zou er oplossing zijn, dat hebben alle partijen in de media gezegd. Nu kijken ze de andere kant op.” Dat het eigen keurmerk wellicht besmet is door negatieve media-aandacht over de actiegroepen is voor Van Keimpema geen argument. “Er komt een aparte coöperatie die helemaal los staat van Farmers Defence Force.”

Farmer Friendly niet afgeschreven

Ondanks deze teleurstelling is Van Keimpema niet louter negatief over de gevolgen en impact van de boerenprotesten. “In de hele keten tot aan de supermarkten is inmiddels erkenning dat boeren te weinig krijgen voor hun producten.” Verschillen in productiestandaarden tussen Nederland en andere landen moeten volgens haar veel fundamenteler in de discussie worden meegenomen.

Niet uitgesloten is dat weer trekkers nodig zijn om de onvrede kracht bij te zetten

Wat betreft de toekomst heeft FDF het keurmerk nog niet afgeschreven. Integendeel; volgens Van Keimpema is er vanuit het ministerie ‘en andere partijen’ belangstelling. “Het is vrij concreet maar ik kan daar nu niets over zeggen. Wat ons betreft is het doel nog exact hetzelfde als toen we Farmer Friendly lanceerden: een keurmerk dat écht bijdraagt aan een eerlijke prijs voor boeren en tuinders. Het is jammer dat iedereen erkent dat het nodig is, maar er verder niets mee doet. Daar zit nog veel onvrede bij de boeren.” Niet uitgesloten is dat weer trekkers nodig zijn om de onvrede kracht bij te zetten.

Snel delen

Image
René Stevens

Freelance redacteur

Misset Uitgeverij B.V. Auteursrecht voorbehouden

Algemene voorwaarden Privacy Cookies

Beheer
WP Admin