Een verjaardagsfeestje met fish en chips aan de Britse kust. De effectieve aanpak van de coronacrisis in Groot-Brittannië, waar veel Nederlandse frites heengaat, is veel relevanter dan versoepeling van de coronamaatregelen in Nederland. - Foto: ANP
De aardappelverwerkende industrie is met een verlies van zo’n € 400 miljoen hard geraakt door corona. Het effect van de aangekondigde versoepeling van coronamaatregelen in Nederland is beperkt voor de fritesproducenten. De sneltreinvaart waarmee de Britten het virus aanpakken, is des te belangrijker.
Het kabinet heeft de eerste, voorzichtige, versoepelingen voor de horeca (opnieuw) aangekondigd. De voorlopige datum: 28 april. Dit betekent ook goed nieuws voor de aardappelverwerkende industrie. Maar, hoeveel rek zit er nog in die sector na een jaar waarin de horeca grotendeels op slot zat en festivals niet plaatsvonden.
Zorgen de versoepelingen voor een opleving op de markten of zijn ze een druppel op de gloeiende plaat. “Het gaat uiteindelijk vooral om overheidsbeleid op de mondiale markten, want nog geen 10% van de verwerkte aardappelen wordt in Nederland afgezet”, zegt Hylke Brunt, secretaris van de Vereniging voor de Aardappelverwerkende Industrie (Vavi).
Hoe groot was de coronaschade in uw sector?
“Die was zeer groot. In totaal zijn vorig jaar 500.000 ton aardappelen minder verwerkt dan in een normaal jaar. Dat komt neer op 250.000 ton eindproduct. In 2019 lag de verwerking op 3,8 miljoen ton aardappelen. In het coronajaar was dat 3,3 miljoen ton.”
Wat waren hiervan de financiële gevolgen?
“De exportwaarde van diepgevroren frites, de grootste categorie binnen de sector, bedroeg in 2019 nog € 1,6 miljard, maar viel in 2020 terug naar € 1,3 miljard. In Nederland vindt relatief weinig afzet plaats; maximaal 10%. Normaal gesproken bedraagt die waarde circa € 200 miljoen. Ook daar viel de afzet fors terug. De totale omzetderving ten opzichte van een normaal jaar komt daarmee al gauw uit op zo’n € 400 miljoen.”
Wat betekende dit voor de verwerkende industrie?
“De eerste dip na de corona-uitbraak in het voorjaar van 2020 was fors. De aardappelverwerking viel significant terug en lag op bepaalde momenten zelfs helemaal stil. Na de eerste coronagolf zat de sector in de zomer al snel weer op 80 tot 90% van de capaciteit. De tweede en derde golf hakten er toch weer diep in. Vooral omdat opkrabbelen nu moeilijker is. De horeca zit nog steeds op slot en er zijn geen festivals geweest. Er gebeurt helemaal niets. Al is het thuisbezorgen door de horeca een soort lapmiddel. In dat opzicht liften we als industrie mee op de creativiteit van horecaondernemers. Er is overigens wel begrip vanuit de sector, maar men had gehoopt dat het vlotter zou gaan.”
Onze leden verliezen de lange termijn niet uit het oog
De vraag is nog steeds beperkt, wat betekent dat qua voorraad?
“Er is veel product ingevroren en er is ook vriescapaciteit bijgehuurd. In het najaar zaten deze opslagloodsen tjokvol. Die voorraden zijn nu wel kleiner geworden, maar er hangt nog altijd een fors volume boven de markt. Die voorraad moet een keer de markt op.”
Heeft de industrie nog spek op de botten?
“Ja, de sector kan het nog wel aan. Al teert iedereen op zijn buffers in. Tegelijkertijd: corona is straks een keer voorbij en de langetermijnconsumptie van aardappelen is positief. De vraag neemt normaal gesproken jaarlijks met 3 tot 5% toe en komt vooral uit derde landen, zoals China. Die tendens is structureel. Onze leden verliezen de lange termijn ook niet uit het oog. Er worden zelfs fabrieken bijgebouwd. Het sentiment is vooruitkijken. Het zijn ook grote bedrijven natuurlijk.”
Er zullen verschillen zijn.
“Ja, zeker. Sommige leden hebben een plusje gedraaid vanwege een nichemarkt of hun afzet in de retail. Andere leden zitten juist diep in het rood. De pijn zit bij de afzet richting horeca en festivals.”
Ook qua personeel zijn de gevolgen beperkt gebleven
Heeft de industrie al pijnlijke maatregelen moeten nemen?
“Dat valt naast het invriezen van aardappelproducten en het afwaarderen van aardappelen naar feed (veevoer) relatief mee. Leden hebben hun productievolumes naar beneden gebracht. Ploegendiensten zijn bijvoorbeeld afgeschaald; van vier naar drie diensten. Ook is het verwerkingsseizoen van vorig jaar opgerekt van juni/juli tot augustus. Er werd zoveel mogelijk tijd genomen voor de oude oogst.”
Er is nog geen blijvende schade?
“Nee, fabrieken zijn niet structureel op slot gegaan en er zijn geen afzetmarkten verloren gegaan. Al is het wel spannend in hoeverre horecabedrijven straks overeind kunnen blijven. Ook qua personeel zijn de gevolgen beperkt gebleven. Er was een stop op flexibele contracten en inhuur van zzp’ers, maar gedwongen ontslagen zijn er niet geweest. Daarin speelde de NOW-overheidssteun zeker een belangrijke rol.”
Hoe lang zal het herstel voor de verwerkende industrie duren?
“Dat is lastig te zeggen, maar 2021 is wel duidelijk een hersteljaar doordat volop gevaccineerd wordt tegen corona en economieën voorzichtig opengaan. Als we de verwerkingscijfers van het eerste kwartaal van dit jaar doortrekken dan koersen we af op een vergelijkbare aardappelverwerking als in 2019; dus 3,8 miljoen ton. Geen groei, maar wel alweer stabilisatie en dan daaropvolgend een ‘normaal’ 2022. Al houd ik hierbij nadrukkelijk een slag om de arm.”
Als je anticipeert, kun je je ook beter weren tegen opnieuw een verschoven datum met versoepelingen
De overheid jojoot met versoepelingen, heeft de industrie daar last van?
“Jojobeleid is nooit ideaal, maar het is wel inherent aan een pandemie als corona. Voor onze leden is het essentieel dat ze zich goed voorbereiden op verschillende werkelijkheden; een scenarioplanning. Sinds de eerste golf zijn ze daar al volop mee bezig. In de praktijk kan vaak 80% van die scenario’s direct alweer de prullenbak in. Als je anticipeert, kun je je ook beter weren tegen opnieuw een verschoven datum met versoepelingen.”
Is dat de enige reden dat dit niet uw grootste zorg is?
“Nee, de realiteit is ook dat onze leden 90% van hun aardappelproducten in het buitenland afzetten. Een effectieve aanpak van de coronacrisis in Groot-Brittannië, Duitsland en Frankrijk is uiteindelijk veel relevanter. Die landen samen nemen in een normaal jaar circa 40% van onze producten af. De Nederlandse afzet is daarbij vergeleken klein.”
Hoe is het perspectief nu qua export?
“Dat perspectief lijkt iets beter te worden en dat heeft vooral met Groot-Brittannië te maken waar in sneltreinvaart tegen corona gevaccineerd wordt. Voor onze leden is dat een flinke opsteker, want bijna een vijfde van de export gaat naar de Britten. Daarnaast is in Azië goede vraag naar aardappelproducten. De coronabrandhaard lag in China, maar daar vindt ook sneller het herstel plaats. Dat geeft toch wat lucht, ook al vindt 70% van onze export nog altijd binnen Europa plaats.”