Britse veemarkten hebben afgelopen jaar ruim 11 miljoen dieren verhandeld vergeleken met 10,7 miljoen in 2019.
De omzet kwam met omgerekend € 2,08 miljard zo’n € 300 miljoen hoger uit dan in het voorafgaande jaar. Het overgrote deel van de handel betreft schapen waarvan er een kleine 10 miljoen werden geveild. Bij runderen was sprake van een toename met 30.000 naar ruim één miljoen.
“Boeren blijven naar de veemarkt komen om de beste prijzen voor hun dieren te vangen”, stelt de Livestock Auctioneers’ Association LAA. “De indrukwekkende cijfers moeten echter wel gezien worden tegen een achtergrond van aanzienlijke hogere kosten voor het beheren en bewaken van de veiligheidsvoorschriften, waaronder de stringente coronaregels die het mogelijk hebben gemaakt om de markten open te houden.”
Volgens de LAA hebben de veemarkten tijdens de pandemie vooral meer middelgrote en kleinere winkeliers en slagers aangetrokken door hen de dieren te bieden die ze nodig hadden. “In vele opzichten heeft dat de weg uitgezet naar de toekomst, waarbij veel markten een terugkeer zien van kopers en verkopers naar de veilingklok. De boerengemeenschap ziet dat ze op deze manier veel betere prijzen voor de dieren kan maken, die gebaseerd zijn op de afstemming van de vraag op de beschikbaarheid”, zegt bestuursvoorzitter Bob Mosley van de LAA. Hij wijst er wel op dat veel van de Britse veemarkten de mogelijkheden om online te bieden aanzienlijk hebben versterkt. “Dat betekent een belangrijke aanvulling voor onze leden.”