Foto: Roel Dijkstra
Volgens Europese voorstellen worden veehouderijbedrijven met meer dan 150 grootvee-eenheden (gve) beschouwd als een ‘agro-industriële activiteit’, waaraan extra eisen worden gesteld.
Een op de drie melkveebedrijven in Nederland zal op grond van haar omvang onder de voorgestelde Europese regelgeving gaan vallen onder regelgeving voor industriële emissies. Dat blijkt uit een berekening van Wageningen Economic Research (Wecr) op basis van de CBS-Landbouwtelling.
Volgens de Europese voorstellen worden veehouderijbedrijven met meer dan 150 grootvee-eenheden (gve) beschouwd als een ‘agro-industriële activiteit’, waaraan extra eisen worden gesteld. Dat gaat om bedrijven met ongeveer 110 melkkoeien plus jongvee.
4776 bedrijven met meer dan 150 koeien
Pluimvee- en varkensbedrijven
Nederlandse wetgeving
In de Nederlandse wetgeving zijn voor de omgevingsvergunning wel extra eisen gesteld aan grotere melkveebedrijven (meer dan 200 melkkoeien, of meer dan 340 melkkoeien en jongvee). Ook voor andere grote graasdierbedrijven (meer dan 1200 vleesrunderen, meer dan 2000 schapen en/of geiten). Bij de geitenbedrijven hebben 151 van de 433 bedrijven een omvang van meer dan 150 gve.
Bij de varkensbedrijven is verreweg het merendeel groter dan 150 gve (1960 van de 2273 bedrijven) volgens het overzicht van Wecr. Dat geldt ook voor de pluimveebedrijven: 137 van de 1327 pluimveebedrijven (vleeskuikens, leghennen en overig pluimvee) zijn kleiner dan 150 gve.