Cargill groeit in productie van biobased grondstoffen

Dat betreft de productie van smeermiddelen, weekmakers en zoetstoffen die zijn gebaseerd op natuurlijke grondstoffen in plaats van chemische. Cargill wil er $ 38,8 miljoen (€ 33,3 miljoen) voor betalen. Dat is volgens Arkema ongeveer 10 keer de gemiddelde winst (EBITDA) van deze activiteiten over de laatste 10 jaar. De overname moet in het laatste kwartaal van dit jaar zijn afgerond.

Alternatieven voor aardolie

Cargill doet de overname vanwege de groeiende vraag naar biobased grondstoffen voor de productie van natuurlijke afbreekbare plastics. Arkema produceert de grondstoffen in een fabriek in Blooming Prairie in de staat Minnesota. De vraag naar natuurlijke alternatieven voor op aardolie gebaseerde grondstoffen groeit, zegt Kurtis Miller, directeur van Cargills biobased activiteiten. “Industriële klanten zoeken steeds vaker naar oplossingen die zijn gemaakt zonder petrochemicaliën, vooral in consumententoepassingen waar de potentiële bezorgdheid over giftigheid en duurzaamheid blijft toenemen.”

Sojaolie voor smeermiddelen

De fabriek in Blooming Prairie is gespecialiseerd in geëpoxideerde plantaardige oliën. Eén van de grondstoffen is olie uit sojabonen dat Cargill zelf al verhandeld. Met deze overname krijgt Cargill de volledige controle over het productieproces, waarbij sojaolie wordt omzet in epoxiden, die uiteindelijk worden omgezet in smeermiddelen, weekmakers en zoetstoffen. Dergelijke middelen worden gebruikt bij de productie van douchegordijnen, tegels, tapijten, auto’s, vloeren en meubels.

De biobased activiteiten van Cargill omvatten verder onder meer de productie van bouwmaterialen, energieopwekking, bindmiddelen en kleefstoffen. Vorig jaar oktober maakte Cargill bekend International Floratechnologies over te willen nemen, dat cosmetica produceert op basis van natuurlijke grondstoffen.