Een zevende melkveehouder is door het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) in het gelijk gesteld; hij wordt te zwaar getroffen door de invoering van het fosfaatrechtenstelsel.
RVO zal de toegekende fosfaatrechten naar boven toe moeten bijstellen. Tot dat oordeel komt het CBb. Belangrijke argument voor het CBb is dat de melkveehouder al in de tijd van het melkquotum had ingezet op groei en daarin heeft geïnvesteerd, en niet zoals veel andere melkveehouders pas na afschaffing van het melkquotum.
Na vele honderden uitspraken binnen het fosfaatproject van het CBb – en kort na een overzichtsuitspraak waarin de eerste zes positieve uitspraken nog eens op een rij zijn gezet – is nu een zevende melkveehouder in het gelijkgesteld die zich er op beroept dat het fosfaatrechtenstelsel hem een individuele en buitensporige last oplevert.
Het fosfaatrechtenstelsel is daarmee in strijd met art. 1 EP, inbreuk op het eigendomsrecht. Het CBb is het hiermee eens, de belangen van de melkveehouder hadden zwaarder moeten wegen dan de belangen die gediend zijn met het fosfaatrechtenstelsel.
De melkveehouder was in 2008 gestopt met zijn varkensbedrijf en wilde zijn melkveehouderij in een paar jaar laten groeien van 75 melkkoeien en 65 stuks jongvee in 2010 naar 115 melkkoeien en 75 stuks jongvee in 2013. Daarvoor was hij financiële verplichtingen aangegaan en had geïnvesteerd in de uitbreiding van een ligboxenstal, in grond en de lease van melkquotum. In 2010 werd bij de veehouder PTSS vastgesteld, pas in 2018 was de boer pas weer in staat zich volledig op zijn bedrijf te concentreren.
Ondertussen heeft RVO op de peildatum zijn fosfaatrechten vastgesteld op 3.373 kg, gebaseerd op 62 melkkoeien en bijbehorend jongvee.
Volgens het CBb heeft de melkveehouder door zijn investeringen in ligboxenstal, grond en melkquotum in 2010 en 2011 aangetoond al in de periode van het melkquotum te willen groeien en niet zoals zoveel anderen pas daarna. De boer heeft aannemelijk gemaakt dat die groei niet gerealiseerd is in 2013 vanwege ‘een langdurig en sluimerend gezondheidsprobleem’. Hij komt 2.586 kg fosfaatrechten te kort, stelt het CBb. RVO zal opnieuw de fosfaatrechten moeten vaststellen, rekening houdend met deze uitspraak.