Cees van Bruchem (geb. 1950) was columnist voor Food&Agribusiness (voorheen: Boerderij Vandaag, daarvoor: Agd) van najaar 2010 tot februari 2022. Hij was namens ChristenUnie lid van de Eerste Kamer van 1999-2003. - Foto's: Herbert Wiggerman
Hoe zit het nou echt? Wat zijn de feiten en wat zeggen de cijfers? Die vraag ligt achter elk van de krap 200 columns die landbouweconoom Cees van Bruchem schreef voor deze website. Als tegengif tegen de eenzijdigheid. Nu is hij gestopt. Een afscheidsinterview.
Columnisten heb je in soorten en maten. Er zijn er die graag wild om zich heen slaan en het als hun taak zien leven in de brouwerij te brengen. Een ander slag gaat juist tegen reuringmakers in en wijst hen met de neus op de harde feiten.
Geen enkele twijfel tot welke categorie Cees van Bruchem behoort. Hij is een man van feiten en cijfers met een ingeboren drang om tegen schreeuwers in te gaan. Nuance aanbrengen in discussies en eenzijdige visies bestrijden, is wat hem drijft.
Dat is dan ook wat hij deed als columnist bij deze krant, de afgelopen 11,5 jaar. Eerst lange tijd om de week, de laatste jaren stond zijn column (vroeger ‘Prikkels’ geheten) eens per maand op donderdag in de krant en uiteraard online. De laatste van zijn bijna 200 columns verscheen 9 februari, aanleiding voor een afscheidsinterview.
Boekenkast vol feiten en cijfers
Al minstens 300 jaar wonen de Van Bruchems in het dorp Bruchem in de Bommelerwaard. Cees ontvangt daar in zijn werkkamer gevuld met een ruim bureau en een boekenkast vol feiten en cijfers. Van Bruchem was vele jaren de hoofdauteur van het gezaghebbende Landbouw Economisch Bericht, jaarlijks uitgegeven door Wageningen UR. Dat was een unieke uitgave met in handzaam formaat alles wat er te weten was over de (economie van de) Nederlandse land- en tuinbouw. Passend in een tijd waarin het nog mogelijk was informatie te overzien, te controleren en van duiding te voorzien. Van Bruchem heeft alle jaargangen staan: van de eerste uit 1972 tot de laatste uit 2015. Zelf werkte hij er aan mee van 1979 tot 2000. Met enige spijt stelt hij vast dat de website Agrimatie toch niet diezelfde rol kon vervullen. ‘Het overzicht mist. Daarom is het goed dat er weer een overzichtspublicatie is – Staat van Landbouw en Voedsel – eigenlijk de voortzetting van het LEB.’ Tijdens het gesprek staat hij regelmatig op om een statistische uitgave of een van zijn vele dossiermappen te raadplegen.
‘Objectief met visie’
Hoe hij zichzelf typeert als columnist? “Ik zie mezelf als enigszins objectief maar wel vanuit een visie op de sector’, zegt hij bedachtzaam. ‘Ik heb een hekel aan de eenzijdigheid die je vaak tegenkomt, zowel vanuit de landbouwsector als vanuit de milieu-hoek.”
In zijn columns geeft hij daar weerwoord op. Opschepperij vanuit de sector over de enorme landbouwexport bijvoorbeeld, kan rekenen op een reactie. “Dan zeggen ze: ‘kijk eens hoe goed we bezig zijn, de landbouw exporteert voor € 100 miljard’, maar ze vertellen er niet bij hoeveel doorvoer daar in zit, of hoeveel bewerkte geïmporteerde producten.”
Ik heb een hekel aan de eenzijdigheid die je vaak tegenkomt
Net zo graag prikt hij door het verhaal van de andere kant heen dat Nederland economisch beter af zou zijn zonder landbouw. Ook keert hij zich tegen wensdenken, bijvoorbeeld over de zegeningen van technische vooruitgang als hét middel tegen milieuproblemen. Of tegen politiek wensdenken zoals hij dat nu weer ziet bij het Farm-to-Fork-programma. “Sociaal-democratische politici zoals Frans Timmermans geloven graag in grote verhalen. Van alles bedenken en afspreken, maar de praktijk tegen knelpunten aan laten lopen.”
Ook over het veel gebezigde begrip ‘eerlijke prijs’ is hij kritisch. “Prijsvorming is een kwestie van marktwerking. Ik heb het liever over een eerlijke beloning voor geleverde inspanning.” Of neem de droom van de teelt van eiwitgewassen. ‘Wat mensen zich niet realiseren is dit: Stel je gaat die soja hier verbouwen, wat gaan ze dan in Brazilië telen op de vrijgekomen gronden? Graan telen, wellicht. Wat doet dat met de markten? Daar zou ik eigenlijk nog wel een column over willen schrijven.”
Lees verder onder foto
Niet assertief genoeg voor de Tweede Kamer
Niet links, niet rechts, maar van de feiten, zou je kunnen zeggen. Maar a-politiek is Van Bruchem niet, integendeel. Hij was vele jaren politiek actief in de reformatorische hoek – in het lokale bestuur en later 4 jaar in de Eerste Kamer namens de ChristenUnie. Eenmaal ook stond hij op nominatie voor een Tweedekamerlidmaatschap. Maar dat werd hem net niet, tot zijn eigen opluchting eigenlijk. De partij vond hem een beetje ‘te genuanceerd’ en ‘niet assertief genoeg’ voor dat werk, en zo zag hij het zelf ook wel enigszins.
Sector verzwakt en versnipperd
Wat heeft Van Bruchem zien veranderen in het agrarische landschap, in zijn jaren als columnist, politicus en landbouwstatisticus? Hij noemt vooral de verzwakking van de landbouwlobby en de versnippering in de sector. “Misschien wel een gevolg van de afschaffing van het Landbouwschap”, oppert hij. Hij heeft het nog meegemaakt dat de landbouwvoorlieden vanaf de publieke tribune in de Tweede Kamer teksten van moties doorgaven die ‘hun’ partijen dan konden indienen. “Er zijn nog steeds wel lijntjes tussen lobby en partijen, maar die tijd is wel voorgoed voorbij.”
De landbouw uit de wind houden pakt dus niet altijd positief uit
“Je ziet nu dat LTO probeert via overlegstructuren nog dingen voor elkaar te krijgen. Zij stappen een beetje in de rol van het Landbouwschap. Maar dat levert meteen ook kritiek op vanuit de achterban.” De laatste jaren zijn wat Van Bruchem betreft gekleurd door de opkomst van nieuwe actiegroepen. “Zij hebben ontegenzeggelijk effect gehad. Maar de sfeer is er ook erg door veranderd. Er is niet altijd meer sprake van een evenwichtige diagnose, iedereen probeert elkaar te overschreeuwen.”
Versnippering in belangenbehartiging staan niet op zichzelf. “De verschillen binnen de sector zijn toegenomen, en critici hebben aan invloed gewonnen. Vooral de veehouderij heeft daarmee een probleem.” Hij merkt dat hij ook zelf kritischer is geworden op de primaire sector, onder meer vanwege de hardnekkige problemen die er zijn met de milieugebruiksruimte. “De landbouwlobby slaagt er soms in om lastige ingrepen te vermijden of vooruit te schuiven. Maar dat pakt soms niet goed uit.” Hij wijst op het einde van de melkquotering. “Toenmalige bewindslieden wilden ingrijpen om ongewenste groei te voorkomen. De landbouwlobby heeft dat tegengehouden en zag dat als overwinning, maar later zag je dat die vooruitgeschoven problemen dubbel en dwars terugkwamen en toen kregen we de fosfaatrechten. De landbouw uit de wind houden pakt dus niet altijd positief uit.”
Huidig beleid ‘rommelig en slordig’
Het huidige beleid typeert hij als “rommelig en slordig, ze reageren te laat”. Maar hij ziet ook een positieve ontwikkeling. “Je hoort tegenwoordig niet veel meer zeggen dat de landbouw economisch geen toekomst meer heeft in Nederland. 20- 30 jaar geleden was dat heel anders. Toen werd van verschillende kanten gesteld dat de landbouw uit Nederland wel kon of zou verdwijnen. Dat hoor je nu niet meer.” Ook binnen de landbouw zijn opvattingen verschoven. “In de visie op de sector van het Landbouwschap waar ik aan meeschreef in 1974 mocht het woord ‘milieu’ niet voorkomen! Dat vonden de mensen ‘gezeur’ en dat zou wel overgaan. Dat kun je je nu niet meer voorstellen. Boeren zijn dus ook een heel eind opgeschoven in hun beleving.”
In Nederland zal de sector grond inleveren. Akkerbouw en melkveehouderij blijven wel, de intensieve veehouderij gaat krimpen
Terug naar de landbouweconomie, Van Bruchems specialiteit. Waar staan we nu met de sector, in zijn ogen? Naast verdere industrialisering van voedselproductie, ziet hij krimp in bepaalde sectoren. “In Nederland zal de sector grond inleveren. Akkerbouw en melkveehouderij blijven wel, vooral de intensieve veehouderij gaat krimpen. Maar die krimp hoeft het economisch gewicht van de agrosector niet meteen heel erg te schaden. De tuinbouw is nu al goed voor een derde van de economische omvang van de sector en die heeft de minste grond.”
Vanuit zijn eigen geloofsovertuiging staat voor Van Bruchem ‘waarde’ voor meer dan alleen economische waarde. “Kiezen voor waarden is is iets anders dan dominantie van de economie. Dat houdt bijvoorbeeld ook in dat je dieren in hun waarde moet laten. De mens als rentmeester.”