Coronacrisis ‘momentum’ voor aanpak vleesindustrie

De coronapandemie heeft ervoor gezorgd dat de politieke schijnwerpers massaal op de vleesindustrie, en dan primair de varkensvleesindustrie, zijn gericht. De Duitse politiek is het er inmiddels over eens dat de hele keten van stal tot eindproduct in de winkels op de schop moet. Dat valt op te maken uit de uitkomsten van het brancheoverleg dat vorige week vrijdag in Düsseldorf werd gehouden op uitnodiging van bondslandbouwminister Julia Klöckner in samenwerking met de deelstaatsministers Ursula-Heinen Esser van Noordrijn-Westfalen en Barbara Otte-Kinast van Nedersaksen.

Coronavirus bij Tönnies

De uitbraak van het coronavirus bij de hoofdvestiging van Tönnies in Rheda-Wiedenbrück in Westfalen was kennelijk de druppel die de emmer heeft doen overlopen. De arbeidsomstandigheden in de vleessector laten te wensen over, het dierenwelzijn in de stallen moet omhoog en het vlees in de winkels is te goedkoop en weerspiegelt niet de ‘kostenwaarheid’ zoals de bewindsvrouwen het formuleren. Daar hebben niet alleen de boeren en verwerkers een boodschap aan, maar zeker ook de handel en de consument.

Een heffing op vlees om de verbetering van het dierenwelzijn te financieren is geen taboe meer

Vlees moet duurder worden betaald. Dat staat vast. Een heffing op vlees om de verbetering van het dierenwelzijn te financieren is geen taboe meer, ook niet in de meer conservatieve regionen van de politiek, waartoe bondsminister Julia Klöckner behoort. Ook de verbetering van de arbeidsomstandigheden van de slachterijmedewerkers, en dan met name hun sociale zekerheid, zal extra geld gaan kosten bij de betaling van vlees aan de kassa’s van de supermarkten. Klöckner heeft zich uitgesproken voor een dergelijke heffing en meent dat de coronacrisis het ‘momentum’ biedt om juist nu de kwestie vleesindustrie aan te pakken. Zij is daarbij wel zo verstandig om ook de boeren niet uit het oog te verliezen.

Fair inkomen voor boeren

De boeren moet een fair inkomen worden gewaarborgd en dat kan volgens Klöckner en haar deelstaatscollega’s bij het huidige vleesprijsniveau in ieder geval niet. Dat het juist de ministers van Nedersaksen en Noordrijn-Westfalen zijn die mede voor het brancheoverleg hebben getekend, is los daarvan geen toeval. De twee Duitse buren van Nederland huisvesten bij elkaar ruim 15 miljoen varkens op 12.000 bedrijven. Dat komt neer op een aandeel van 60% in de totale Duitse varkensstapel en ook 60% van de bedrijven.

Concrete beleidsmaatregelen

Critici uit de oppositie verwijten Klöckner dat ze afgelopen vrijdag een show heeft opgevoerd die uiteindelijk alleen mooie woorden heeft opgeleverd. Feit is natuurlijk dat er nog concrete beleidsmaatregelen moeten worden genomen. Op dat punt zijn Klöckner en collegae echter concreter dan de oppositie mogelijk denkt. De bedoeling is om aan te knopen bij een brede bundel van maatregelen die eerder al op zowel bonds- als deelstaatsniveau op stapel zijn gezet. Kort samengevat zal eraan worden gewerkt de veehouderij in Duitsland ‘systematisch, doelgericht en financieel solide onderbouwd’ op een hoger niveau te brengen. “Daarbij is de inspanning van de hele keten vereist”, aldus Klöckner.