Het aantal varkenshouders in Denemarken is ook vorig jaar verder gedaald. De statistici telden aan het eind van het jaar 2.890 bedrijven tegen 3.125 in 2018.
Dat blijkt uit het jaaroverzicht van de varkenssector zoals opgesteld door landbouwfederatie LF. De structuurontwikkeling zette zich in 2019 onverdroten voort. Tien jaar geleden stond de teller op ruim 5.000 bedrijven. Van de huidige bedrijven zijn er 420 gespecialiseerd in de zeugenhouderij. Daarvan heeft 59% een zeugenstapel van meer dan 800 dieren.
Ruim 1.200 bedrijven houden alleen vleesvarkens. Van deze bedrijven heeft 48,5% 8.000 en meer vleesvarkensplaatsen. De structuurontwikkeling gaat wel ten koste van het aanbod aan vleesvarkens, maar niet ten koste van de varkensstapel als geheel. De verwerkers slachtten vorig jaar ruim 16 miljoen vleesvarkens tegen 18 miljoen in 2018. In 2009 was dat cijfer ruim 19 miljoen.
Het aanbod aan biggen groeit gestaag. Vorig jaar werden krap 15 miljoen biggen in het buitenland afgezet, primair Duitsland en Polen. Dat is bijna de helft van het totale aantal in Denemarken geproduceerde varkens en zeugen.