Danish Crown keert terug in Verenigd Koninkrijk

De varkensverwerkers van de Britse dochter Tulip UK werden verkocht aan concurrent Pilgrim’s – die er nu een aantal sluit – en de Britse klanten zouden voortaan vanuit Denemarken of andere landen bediend worden. Maar nu heeft het Deense varkensbedrijf aangekondigd toch weer een fabriek in het Verenigd Koninkrijk te gaan bouwen.

Danish Crown investeert in bacon en gammon

Danish Crown investeert circa € 115 miljoen in een grote fabriek voor bacon en gammon, bij de Britten geliefde hamschijven, in Rochdale. Daar moeten 300 medewerkers op een locatie van 30.500 vierkante meter wekelijks 900 ton van die producten van varkensvlees gaan produceren. CEO Jais Valeur denkt dat het nu het juiste moment is voor de terugkeer, zegt hij samen met verkoopdirecteur Lars Albertsen in een uitgebreid interview met vakblad Just-Food: “Brexit is een beetje kalmer geworden. De markt is robuust. Aldi is nu de nummer vier supermarkt bij de Britten. Discount en eigen-merk winnen terrein. Dat biedt ruimte voor een faciliteit als deze.”

Verenigd Koninkrijk is de belangrijkste markt voor consumententrends

“In mijn dertig jaar in de voedingssector heb ik geleerd dat je zo nu en dan een grote en gedurfde stap moet zetten als je vooruit wilt komen. En hoewel we al meer dan honderd jaar een grote exporteur naar het Verenigd Koninkrijk zijn, geven we prioriteit aan het verkopen van bacon in de Britse markt zelf. Om een goede karkasbalans te verkrijgen, kunnen we de delen van het dier die niet in het Verenigd Koninkrijk afgezet worden elders in de wereld verkopen. Bovendien is het Verenigd Koninkrijk de belangrijkste markt voor consumententrends. Dingen beginnen vaak daar en verspreiden zich dan naar elders.”

Opkomst van plantaardig of vegan

De beide managers zijn niet bang dat de markt voor bacon en gammon wat die trends betreft veel last zal hebben van de opkomst van plantaardig of vegan, verklaren ze in Just-Food. Valeur: “Het zijn één van de goedkoopste eiwitbronnen en erg veelzijdige vleessoorten. We kijken wel voortdurend naar plantaardig. We hebben dat soort producten in Polen, Zweden en Denemarken en zijn in ons eigen land er ook de nummer één mee. Maar de volumes zijn erg klein. De groeivoorspellingen worden niet bewaarheid. Consumenten geven de voorkeur aan de producten die ze kennen. De groei is relatief langzaam als je kijkt naar bedrijven als Beyond Meat en Oatly. Je moet de consument en wat die wenst niet onderschatten. Voedsel gaat om de kwaliteit van het leven en de manier van leven.”