Henk Staghouwer is de nieuwe minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. - Foto: Jan Willem van Vliet
Henk Staghouwer, de nieuwe minister van Landbouw, heeft heel wat werk te verzetten in Brussel.
Na de plannen komen de wetten. De nieuwe landbouwminister Henk Staghouwer krijgt het druk met de uitwerking van de Boer-tot-Bordstrategie. Komend jaar moeten besluiten worden genomen over gewasbeschermingsmiddelen en komen er nieuwe eisen over de manier waarop voedsel wordt geproduceerd. En de discussie over het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) gaat in Brussel verder als de ministers elkaars nationaal strategische plannen gaan beoordelen.
Wat is groen?
Bovendien dreigt een fors conflict met de Amerikanen over hoe je groen produceert. Jaag je eerst de productie op en hoop je dat het klimaat ervan profiteert? Of draai je het om, zoals Eurocommissaris Timmermans doet, en stel je eerst klimaatdoelen en komt de productiviteit op de tweede plaats.
De discussie begint deze maand, onder Frans voorzitterschap met de zogenoemde Nutri-Score, oftewel een etiket waar op staat hoe gezond een product is. Nederland heeft al een dergelijk etiket, maar de Europese Unie wil het ook invoeren. Probleem is alleen dat Italië en Spanje dwarsliggen. Olijfproducten doen het slecht bij de Nutri-Score en dus moeten er nieuwe definities komen. En een nieuw woord voor het label.
De Europese Commissie wil ook proberen of het misschien breder gemaakt kan worden, waardoor consumenten meteen kunnen zien hoe het is geproduceerd. Maar wat is dan de definitie van duurzaam en wat zegt het over dierenwelzijn? Om het nog ingewikkelder te maken zijn er landen die ook een definitie willen voor sociale duurzaamheid. Brussels taalgebruik voor: krijgt de boer wel een redelijke prijs voor z’n product.
Hete aardappel: middelenbeleid
Dan is er de discussie over de gewasbeschermingsmiddelen. De Europese Commissie heeft in de Boer-tot-Bordstrategie opgeschreven dat het aantal middelen de komende tien jaar met 50% moet dalen. Die stip aan de horizon moet komend jaar worden vertaald in concrete voorstellen. De onderhandelingen tussen de lidstaten gaan allereerst over de vraag: wat noemen we gewasbeschermingsmiddelen? Als de 27 landen daaruit zijn hebben ze nog een hete aardappel op het bord liggen, want hoe gaat die halvering in gebruik plaatsvinden. Per land? Of wordt het een doel voor de hele EU. Landen waar weinig gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt, zetten nu al de hakken in het zand.
Amerikaanse angst
Op de achtergrond kijkt Washington mee naar de discussie. De Amerikanen gruwelen van de Europese strategie. Ze vrezen dat door het verbieden van gewasbeschermingsmiddelen oogsten zullen mislukken, opbrengsten dalen en de kans op voedseltekorten in de wereld groter wordt. Achter de grote woorden van de Amerikanen schuilt de angst om het gevecht met de Europeanen te verliezen. De Europese Unie heeft strenge regels over de geografische namen van landbouwproducten (parmaham, champagne) en genetische gemodificeerde organismen. Als daar nieuwe regels voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen bij komen, moeten de Amerikanen opnieuw aan de standaarden van Brussel voldoen.
Koolstofheffing
Bovendien is de EU ook bezig met een koolstofheffing. Producten die elders (derde landen) zijn gemaakt, moeten geld betalen voor elke ton CO2 die bij de productie is vrijgekomen, om te voorkomen dat alleen Europese bedrijven worden belast.