Democratisch debat kan best

Woensdag werd een debat gevoerd op hoog inhoudelijk niveau over de vraag of de democratie erbij gebaat is dat de waterschappen zetels reserveren voor bepaalde groepen en belangen (geborgde zetels). Het was een debat zoals je dat altijd zou wensen: niet over de waan van de dag, maar over een principiële vraag, over de inhoud, met argumenten voor en tegen en de bereidheid om naar elkaar te luisteren en pogingen elkaar te overtuigen.

Of is het juist democratisch om die geborgde zetel af te schaffen?

Een dag later, donderdag, werd minister-president Mark Rutte het vuur na aan de schenen gelegd naar aanleiding van een telefonisch tekstbericht (sms) dat was onttrokken aan de openbaarheid. De toon van het debat en het volume ervan doet vermoeden dat het voortbestaan van de democratie op het spel stond – wat natuurlijk niet zo is.

In het debat over de waterschapsbesturen stond die democratie juist wel op het spel. De kern van de vraag is of het democratisch is dat (onder andere) de landbouw via een geborgde zetel een stevige rol in het waterschapsbestuur krijgt. Of is het juist democratisch om die geborgde zetel af te schaffen?

Slim politiek handwerk

Het parlement heeft woensdag laten zien dat het parlement ook in staat is inhoudelijk te argumenteren. Het laat ook zien dat het mogelijk is initiatieven te ontplooien waar regerings- en oppositiepartijen samenwerken (in dit geval D66 en GroenLinks). En bovendien toont het debat dat slim politiek handwerk (in dit geval van Pieter Grinwis, ChristenUnie) in de vorm van een wijzigingsvoorstel tot een compromis kan leiden.

Waar de Tweede Kamer dinsdag ook toe besluit, het staat als een paal boven water dat met het debat over het initiatiefwetsvoorstel voor de democratisering van het waterschapsbestuur een fundamentele discussie is gevoerd over de geborgde zetels. Dat is winst. Mark Rutte zou er best een sms over mogen versturen.