Den Haag misbruikt beroepsverbod ‘moet van Brussel’

Verriet
Linda Verriet Voorzitter van de Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV)
‘Den Haag’ heeft de neiging onder het motto ‘het moet van Brussel’ van alles door te drukken, vindt Linda Janssen van de POV. - Foto: ANP
‘Den Haag’ heeft de neiging onder het motto ‘het moet van Brussel’ van alles door te drukken, vindt Linda Janssen van de POV. - Foto: ANP

Het Nederlandse beleid zit vol met ‘moetjes van Brussel’. Heel gemakkelijk veegt onze overheid hiermee het eigen pad schoon. Als Nederland er zo’n complexe toestand van maakt, dan is dat aan Nederland. Maar hou op te zeggen dat dit zo ‘moet van Brussel.’

‘Moet van Brussel’ is een veelgehoord argument in Den Haag en wordt gebruikt als de invoering van een regel niet goed gemotiveerd kan worden. De bewijzen dat iets daadwerkelijk moet van Brussel, bijvoorbeeld brieven of mails, worden daarbij niet overlegd. Dat is jammer, Brussel zou dan vast hebben uitgelegd waarom iets ‘moet’, dat had kunnen zorgen voor begrip.

Beëindigingsregeling veehouderijen

‘Moet van Brussel’ is ook het argument dat de minister hanteert voor het instellen van een beroepsverbod voor boeren die gebruik maken van de beëindigingsregeling veehouderijen. De staatssteunregels zouden dit van Nederland eisen. De minister noemt het geen beroepsverbod (je mag immers op andere bestaande eigen locaties wel boer blijven), en kan helaas niet uitleggen waarom een boer die weggekocht wordt voor natuur, voor de rest van zijn of haar leven een beroepsverbod zou moeten krijgen.

Stikstofproblematiek

Het valt niet te beredeneren hoe dit bijdraagt aan het oplossen van de huidige stikstofproblematiek. Als het doel verminderen van stikstof is, dan is het begrijpelijk dat het niet de bedoeling is dat de boer een nieuw bedrijf opstart op de plek waar hij kort daarvoor vertrok. Er komen immers toch niet meer dieren of emissies? Op een overbelaste plek is het niet mogelijk een nieuwe natuurbeschermingswetvergunning te krijgen, heropstarten is in de praktijk daarom al niet mogelijk. Bovendien moeten eerst dierrechten worden gekocht, er komen nimmer dieren bij in Nederland.

Maar waarom zou een boer die stopt met het bedrijf, niet het bestaande bedrijf van een collega op een andere locatie mogen voortzetten? Het aantal dieren blijft hetzelfde, de stikstofuitstoot ook, alleen het bedrijf wordt voorzien van nieuw management. Verder staan de ontwikkelingen niet stil en wordt er hard gewerkt aan stalsystemen zonder noemenswaardige emissies. Waarom zou een stoppende boer in de toekomst geen zero-emissiebedrijf mogen runnen?

Saneringsregeling varkenshouderij

Wij zagen de redenatie ‘moet van Brussel’ al eerder bij de saneringsregeling varkenshouderij. Ook daar wilde de minister koste wat het kost een beroepsverbod voor stoppende boeren. Dezelfde bepaling zit eveneens in de stoppersregeling voor pelsdierenhouders. In de staatssteunregels is echter niks terug te vinden over een dergelijke vereiste bij opkoop van bedrijven.

Europa draait het staatssteunvraagstuk zelfs om: het is aan de lidstaten zelf om te beoordelen of een maatregel staatssteun inhoudt die moet worden aangemeld en goedgekeurd door de Europese Commissie. Met andere woorden: Nederland zou goed moeten onderbouwen onder welke voorwaarden een stoppende boer zijn beroep in de toekomst kan blijven uitoefenen. Het lijkt erop dat Nederland er alles aan doet om te onderbouwen waarom een beroepsverbod nodig is. De Europese Commissie controleert de onderbouwing en uitleg die die Nederland er zelf aan geeft.

Overheid veegt eigen pad schoon

Het Nederlandse stikstofbeleid zit vol met ‘moetjes van Brussel’. Heel gemakkelijk veegt onze overheid hiermee het eigen pad schoon. De stikstofwetgeving is tot nu toe een juridisch gedrocht, met een complexiteit die zijn weerga niet kent. Dat dit niet meer valt uit te leggen aan ondernemers is niet zo gek. En dan te bedenken dat de Europese Habitat- en Vogelrichtlijnen niets over stikstof zeggen, die gaan over de instandhouding van de natuur.

Het zou goed zijn Europa zelf haar Habitat- en Vogelrichtlijnen te laten uitleggen, en te laten zien hoe andere lidstaten ermee omgaan; hoe het ook kan.

Europa zal tevens zeggen: Nederland bepaalt zelf hoe zij invulling geeft aan de richtlijnen, wij toetsen alleen maar of het aan onze richtlijnen voldoet. Als Nederland er zo’n complexe toestand van maakt, dan is dat aan Nederland. Maar hou op te zeggen dat dit zo ‘moet van Brussel.’

Linda Janssen-Verriet is voorzitter van de Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV)



Beheer