Doorgaan naar artikel

Dierenbescherming: fundamentele zaken ter discussie stellen

In korte ketens laten zien dat het technisch en economisch beter kan, aldus de Dierenbescherming.

Bert van den Berg, programmamanager veehouderij bij de Dierenbescherming. Foto: Herbert Wiggerman premium

Bert van den Berg, programmamanager veehouderij bij de Dierenbescherming. Foto: Herbert Wiggerman

In haar ‘Deltaplan Veehouderij’ pleit de Dierenbescherming voor een radicale ommezwaai van de veehouderij. Hoe? Door in korte ketens te laten zien dat het technisch en economisch beter kan.

De Dierenbescherming is al een jaar bezig met haar Deltaplan Veehouderij, een agenda voor revolutionaire veranderingen uitgesmeerd over dertig jaar. Het resultaat zou een veel kleinere veestapel zijn met korte ketens die alleen afzetten in Noordwest-Europa. Begin juli reikte de Dierenbescherming tijdens een inspiratiemiddag de eerste Deltaplan Veehouderij Awards uit aan vier bedrijven. Volgens Bert van den Berg, programmamanager veehouderij bij de Dierenbescherming, laten deze bedrijven zien dat een diergerichte, duurzame veehouderij mogelijk is.

‘Radicale omslag’ veehouderij

Van den Berg pleit met de Dierenbescherming voor een ‘radicale ommezwaai’ van de veehouderij: “Er is in het verleden een economisch gezien zeer succesvolle veehouderij opgezet. Men heeft zich daarbij niet of onvoldoende gerealiseerd wat voor onbedoelde negatieve bijeffecten dit heeft voor het milieu, voor de natuur, voor het dier en uiteindelijk ook voor steeds meer veehouders. Tegen de tijd dat er in de jaren zeventig van de vorige eeuw kritische vragen over werden gesteld, waren er al miljoenen in geïnvesteerd en blijkt het heel lastig om daar verandering in te krijgen.”

Immuniteit opbouwen

De toekomstschets wil onder andere dubbeldoel en lagere productie als basis: runderen in vrijloopstallen en kalveren drie maanden bij koe. Opzetleeftijd bij vleeskalveren drie maanden. Biggen 42 dagen bij de zeug, familiestalsystemen. Bij pluimvee volledig gesloten bedrijven (van ei tot slacht). Deze eisen zijn volgens de Dierenbescherming nodig om hun beeld van de veehouderij in 2050 mogelijk te maken. De wens om biggen en kalveren langer bij de moeder te laten, komt voort uit het idee dat jonge dieren immuniteit moeten opbouwen, om de immuniteit via biest te stimuleren.

Het is technisch gezien heel knap een kalf moederloos op te fokken, maar wij zijn daar geen voorstander van

Van den Berg: “Bij kalveren heb je daarvoor minstens drie maanden nodig. Het is technisch gezien heel knap een kalf moederloos op te fokken, maar wij zijn daar geen voorstander van. Als je naar de ziekte- en sterftecijfers kijkt, zie je grote verschillen tussen bedrijven. Er is dus ruimte voor verbetering. Als er werk van gemaakt wordt, zoals nu bij onze projecten Kalf OK en Big Vitaal, neemt de sterfte af- en de gezondheid toe.”

Plan van de Dierenbescherming

Als het plan van de Dierenbescherming werkelijkheid wordt, heeft dat impact op de omvang van de veestapel. “Grofweg is een derde van de veehouderijproducten voor Nederland bestemd, een derde voor Duitsland en een derde voor de rest van Europa en de wereld. Als je de productie wilt beperken tot Nederland en de direct omliggende landen dan zou dat een krimp zijn van een derde zijn. Maar gezien de strijd om de schaarse ruimte in Nederland is de kans reëel dat dit meer wordt”, schetst Van den Berg.

Lees het hele interview met Bert van den Berg op Boerderij.nl

Snel delen

Image
Rochus Kingmans

Freelance redacteur

Misset Uitgeverij B.V. Auteursrecht voorbehouden

Algemene voorwaarden Privacy Cookies

Beheer
WP Admin