Doorgaan naar artikel

Dringen op stroomnetwerk, wat kan er nog?

Welke mogelijkheden zijn er nog voor agararisch ondernemers in duurzame energie?

Zonnepanel worden gelegd op het dak van een ligboxenstal. - Foto: Henk Riswick premium

Zonnepanel worden gelegd op het dak van een ligboxenstal. - Foto: Henk Riswick

Agrarisch ondernemers zien de gasprijzen stijgen en moeten inspelen op maatregelen uit het Klimaatakkoord. Met investeren in duurzame energie, zoals zonnepanelen, lijken ze twee vliegen in een klap te slaan. Maar intussen raakt het elektriciteitsnet steeds meer overbelast. Welke mogelijkheden zijn er nog in duurzame energie?

Bijna de helft van alle boeren en tuinders houdt zich al bezig met het opwekken van energie uit zon, wind of biogas. Volgens de afspraken in het Klimaatakkoord moet 70% van de elektriciteit in 2030 uit hernieuwbare bronnen komen. Alle reden dus voor ondernemers om in te zetten op projecten met zonne- en windenergie.

Zonnepanelen

Wie investeert in bijvoorbeeld zonnepanelen, krijgt in het voortraject te maken met vergunningen, aanvraag van subsidie en ruimte op het netwerk. Vaak is het mogelijk om SDE++-subsidie aan te vragen. Voor 2021 is de aanvraag gesloten, voor 2022 volgen nog nieuwe openstellingsdata.

Of de vergunningaanvraag soepel verloopt, hangt af van het project en de regels van de gemeente. Op bestaande daken zonnepanelen plaatsen, is meestal vergunningsvrij. Voor grote projecten, zoals zonneparken op een veld, is er vaak een uitgebreidere aanvraagprocedure, zo geeft RVO aan. Maar zelfs als alle vergunningen zijn verleend, kunnen ondernemers toch in de knel raken als ze een zogenoemde grootverbruikersaansluiting nodig hebben. De overheid verstrekt pas SDE++-subsidie als er voldoende transportcapaciteit is in het stroomnetwerk. En dat is een behoorlijk obstakel, want bijna overal in Nederland is die capaciteit niet zomaar meer beschikbaar.

Tekst gaat door onder het kader

Netwerk uitbreiden

Netbeheerders erkennen het probleem en zoeken oplossingen. Liander kondigde in oktober aan € 250 miljoen te steken in uitbreiding van het elektriciteitsnetwerk in Friesland en de Noordoostpolder. Dat is nog maar een klein deel van de investeringen die alle netbeheerders samen in de komende jaren doen. Tot 2030 trekken ze € 40 miljard uit voor verbetering van de stroomnetwerk en tot 2050 gaat er in totaal naar verwachting € 100 miljard naartoe.

De aanpassingen die netbeheerders nu doen, zijn pas over een aantal jaren zichtbaar

Netbeheerders doen hun best, maar lopen om verschillende redenen achter de feiten aan, zegt Nico Verduin, bestuurder bij LTO Noord, die de energietransitie in zijn portefeuille heeft. “Door de doelen in het Klimaatakkoord is vraag naar en aanbod van elektriciteit enorm aan het veranderen”, zegt hij. “En nu blijkt dat het huidige netsysteem niet meer voldoet voor de moderne wereld. De aanpassingen die netbeheerders nu doen, zijn pas over een aantal jaren zichtbaar.”

Dat brengt ondernemers die hebben geïnvesteerd in grote projecten, in de problemen. Verduin schetst zijn eigen situatie. Hij kan 1.500 zonnepanelen op de bedrijfsdaken van zijn schapenhouderij plaatsen. Goed voor de stroomvoorziening van 150 huishoudens. Hij kreeg hiervoor SDE++-subsidie, maar hoorde vervolgens van de netbeheerder dat die de stroom niet kon afnemen. Gevolg: misgelopen inkomsten uit de levering van stroom en een subsidieaanvraag die na twee jaar verliep. Op het dak liggen nu 150 panelen die hij gebruikt voor zijn eigen stroomvoorziening. Verduin kijkt met ongemak naar het bijna lege dak waar de andere panelen hadden moeten liggen. Hij kan zeker de eerste drie jaar nog geen stroom terug aan het net leveren.

‘Kijk wat wél kan’

Dat betekent niet dat Verduin het boeren afraadt met duurzame energie aan de slag te gaan. “De transitie is al in volle gang. We moeten kijken naar wat er wél kan en mogelijkheden slim benutten. Dat is vooral investeren in kleinere projecten met zonne- en windenergie. En bijvoorbeeld opslag van energie in batterijen. Ondernemers moeten zeker niet op hun handen gaan zitten, want de noodzaak om voor duurzame energie te zorgen, blijft.”

Harry Roetert, adviseur duurzame energie bij adviesbureau Countus, is het daarmee eens. “Er zijn best wat knoppen waaraan je als ondernemer kunt draaien. Binnen een kleinverbruikersaansluiting is nog veel mogelijk. Je kunt bijna altijd de aansluiting verhogen naar maximaal 3x80A. Dan is het zaak vraag en aanbod van de zelf opgewekte stroom zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen, zodat er zo weinig mogelijk piekbelasting is. Zo kun je je verbruikspatroon aanpassen voor meer energie-afname. Dat kan bijvoorbeeld door overdag installaties aan te zetten waarmee je de pieken kunt benutten.”

Windmolens

Ook een combinatie van zonne-energie met wind biedt volgens Roetert kansen. Daarbij gaat het om kleine windmolens, met een ashoogte van 15 tot 25 meter. Wind geeft meer constante energie en vult vooral in de winter de energie van de zonnepanelen aan. Een ander voordeel is dat kleine windmolens vaak acceptabel zijn voor omwonenden. Dat maakt het vergunningentraject veel makkelijker. De combinatie van wind en zonne-energie is bovendien gunstig als langetermijninvestering, omdat de salderingsregeling voor zonnepanelen vanaf 2023 wordt afgebouwd.

Tekst gaat door onder de foto

Als grote projecten op korte termijn niet haalbaar zijn, moeten bedrijven kijken naar wat er wél kan zoals investeren in kleinere windmolens, aldus LTO-bestuurder Nico Verduin en Countus-adviseur Harry Roetert. - Foto: Marc Heeman
Als grote projecten op korte termijn niet haalbaar zijn, moeten bedrijven kijken naar wat er wél kan zoals investeren in kleinere windmolens, aldus LTO-bestuurder Nico Verduin en Countus-adviseur Harry Roetert. - Foto: Marc Heeman

Zonnepanelen op waterbassins

De capaciteitskaart toont in het Westen nog wat ruimte op het stroomnet, hoewel ook daar de capaciteit snel slinkt. Voor tuinbouwgebieden daar zijn zonnepanelen op water een mooie oplossing om duurzame energie op te wekken. Hans van Luijk en Willem Verwoerd werken via Zon Op Waterbassin aan projecten waarbij ze zonnepanelen op waterbassins bij agrarische bedrijven leggen.

Een groot voordeel daarvan is het dubbele gebruik van de ruimte, zegt Van Luijk. De panelen geven jaarlijks ongeveer 10% meer rendement op water dan op een dak. “Water geeft een natuurlijke koeling van de panelen en boven water is er een hogere instraling van zon dan op het land”, legt hij uit. Verder zorgen de panelen voor minder algengroei en minder verdamping van het bassinwater.

Projecten vergen relatief veel voorbereiding vanwege het regelen van SDE++-subsidie en door vergunningentrajecten. Er zijn steeds meer gemeenten waar de aanleg vergunningsvrij kan, zoals in het Westland. In andere plaatsen verloopt het traject soms nog traag.

Het is echt een investering voor de langere termijn

Ook bij panelen op water is de ruimte op het net een struikelblok. Toch hoeft dat voor tuinders met een redelijke aansluiting en kleinere projecten niet zoveel problemen op te leveren, zegt Van Luijk. Ook zijn advies is om voor het rendement te gaan dat duurzame energie voor je eigen bedrijf oplevert: energie opwekken daar waar het gebruikt wordt. Daarbij is het goed rekening te houden met een langere terugverdientijd, zegt hij. “De eerste jaren kun je misschien geen stroom terugleveren aan het net, maar de panelen gaan dertig jaar mee. Het is echt een investering voor de langere termijn.”

Overheid moet actie ondernemen

Om de energietransitie succesvol te kunnen voortzetten moeten ondernemers ook kunnen rekenen op de overheid, zegt Verduin. “Er is een aantal stappen dat nu snel moet worden gezet. Zet een stop op grootschalige zonneparken. Zorg voor meer mogelijkheden voor windenergie.”

De opslag van zonne-energie is een andere uitdaging die moet worden opgepakt, vindt Verduin. “De overheid moet snel gaan investeren in technische mogelijkheden om zonne-energie op te slaan, zodat we er ook gebruik van kunnen maken als de zon niet schijnt.” Ook zou het helpen als overheden, van gemeenten tot rijksoverheid, een duidelijker totaalplaatje voor ogen hebben, zegt Van Luijk. “Dat het voor iedereen duidelijk is waar we heen willen met de energietransitie. Dat maakt het voor ondernemers makkelijker om keuzes te maken in investeringen.”

Snel delen

Image
Petra Frans

Freelance redacteur

Misset Uitgeverij B.V. Auteursrecht voorbehouden

Algemene voorwaarden Privacy Cookies

Beheer
WP Admin