Druppelirrigatie in uien grootschalig uitproberen

Efficiënter met het beschikbare water omgaan en een hogere uienopbrengst halen. Dat verwacht Eric Moerdijk van uienverwerker Monie in Nieuwdorp (Zld.) van druppelirrigatie in uien.

Druppelirrigatie in uien is volgens Moerdijk niet nieuw, maar het systeem heeft in de praktijk nog nauwelijks opgang gemaakt. In kleinschalige demo’s zag Moerdijk afgelopen 2 seizoenen goede resultaten. “Vergeleken met percelen die niet beregend zijn soms wel een verdubbeling van de opbrengst”, aldus Moerkijk. Reden om dit jaar het systeem op wat grotere schaal uit te proberen.

Speciale slangenlegger

Samen met loon- en akkerbouwbedrijf Knuit in Heinkenszand (Zld.) legt Moerdijk in een perceel zaaiuien, dat ze samen exploiteren, op 2 van de 6 hectare druppelirrigatie aan. Na het zaaien legt Knuit met een speciale slangenlegger van Broere Beregening de druppelslangen tussen de uien. Op een bed van 1,5 meter legt de loonwerker 2 slangen aan de binnenkant van de buitenste rijen. De slangen liggen op zo’n 5 centimeter diepte om wegwaaien of beschadigingen te voorkomen.

Bij het proefperceel is een bron aanwezig zodat de watervoorziening geen probleem is. Om een goede vergelijking te kunnen maken kan de rest van het perceel met een haspel beregend worden.

Kosten aanleg druppelirrigatie € 800 per hectare

Het aanleggen van de druppelirrigatie vraagt een investering van zo’n € 800 per hectare. Aan variabele kosten komen daar nog de stroomkosten voor de waterpomp bij. Daar tegenover staat dat een beregeningsbeurt met een haspelinstallatie als snel € 200 per hectare kost. Het hangt volgens Moerdijk dus vooral van het seizoen af welk systeem het duurst is. Met drie of vier keer haspelen ben je al net zoveel kwijt als voor een heel jaar druppelen. Druppelirrigatie vraagt in het seizoen ook veel minder arbeid. Het is een kwestie van een schakelaar overhalen en het systeem loopt.

Mocht het systeem opgang maken dan kan het voor loonwerkers interessant zijn om de slangenleggers op de zaaimachine te bouwen. Dan kan gelijk met het zaaien, in dezelfde werkgang de druppelirrigatie getrokken worden.

Beschikbaarheid zoet water

Een belangrijk argument dat Moerdijk aanvoert voor de investering in druppelirrigatie is de betere benutting van schaars zoet water. Een getal wil Moerdijk er nog niet aan koppelen, maar vergeleken met een kanon zou het voor hetzelfde resultaat zomaar de helft aan water kunnen schelen. Vooral in de kustprovincies waar lang niet altijd zoet beregeningswater beschikbaar is en aangevoerd of in bassins opgeslagen moet worden scheelt dat veel kosten. Een volgende stap waar Moerdijk nog over denkt is het investeren in vochtsensoren om de vochtbehoefte van het gewas precies te kunnen volgen.