Duidelijkheid nodig over impact Boer tot bord-strategie

18-12-2020 | Laatste update op 21-02 | |
Pesonen
Pekka Pesonen voorzitter Copa Cogeca
Foto: Canva
Foto: Canva

Wat betekent het hardnekkige zwijgen van de Europese Commissie over de Farm to Fork-strategie voor boeren (en EU-consumenten), vraagt Pekka Pesonen zich af. Hij eist duidelijkheid. Pesonen is secretaris-generaal van Copa Cogeca, Europese koepel van organisaties van boeren en coöperaties.

“Wij zijn de eersten die de toekomstige effecten van de strategieën in hun huidige vorm onderzoeken.” Zo presenteerde het Amerikaanse ministerie van Landbouw een paar weken geleden de eerste effectbeoordeling van de Farm to Fork- en Biodiversity-strategieën, twee belangrijke elementen van het Green Deal-pakket die in mei zijn uitgebracht. In meer dan 13 jaar Brussel is het de eerste keer dat ik de effectbeoordeling van cruciaal EU-beleid moet lezen van een niet-EU-overheidsinstantie.

Symbolisch

Een triviaal feit? Zeker niet, eerder een symbolisch feit. Een symbool dat EU-boeren en agrocoöperaties zorgen zou moeten baren. De Farm to Fork- en Biodiversity-strategieën zijn brede beleidsmaatregelen die de landbouwsector op meerdere manieren zullen beïnvloeden. Beide stellen verschillende doelstellingen en streefcijfers voor, waaronder:

  • braaklegging van 10% van de landbouwgrond;
  • vermindering van 20% van het gebruik van chemische meststoffen;
  • vermindering van 50% van het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen;
  • 25% van de landbouwgrond voor biologische productie;
  • aanplant van 3 miljard bomen;
  • vermindering met 50% van het gebruik van antibiotica bij vee.

Allemaal doelen die op het eerste gezicht geweldig klinken. Maar degenen die dit het meest aangaat, de EU-boeren en hun coöperaties, zien een verontrustend gebrek aan precieze technische routekaarten en onderbouwing. Je zou denken dat we weten hoe deze doelen zijn bepaald en op welke cijfers ze zijn gebaseerd, en hoe ze onze productie, het milieu, de consumentenprijzen, onze voedselzekerheid en onze export zullen beïnvloeden.

Maar er zijn geen studies naar buiten gekomen, sinds de presentatie van deze strategie in mei, ondanks aankondigingen van commissarissen dat impactstudies een essentieel element van goed bestuur vormen. We moeten dus wel speculeren. Bestaat er een studie en zo ja, waarom is deze niet openbaar? Als er geen onderzoek bestaat, is dan een strategie aangekondigd zonder de haalbaarheid van de doelstellingen en de impact ervan goed te bediscussiëren en te onderbouwen? Hebben we het paard achter de wagen gespannen?

Conclusies USDA

Lees met dat in het achterhoofd de conclusie van het Amerikaanse USDA: “In alle scenario’s stellen we vast dat de voorgestelde inputverminderingen de productie van EU-boeren met 7 tot 12 % zullen dalen. Hun concurrentievermogen op binnenlandse en exportmarkten zal kleiner worden. Ook ontdekten we dat de gevolgen verder reiken dan de EU. Wereldwijd stijging van voedselprijzen met 9% (als alleen de EU dit doet) tot 89% (wereldwijde navolging EU-beleid), wat een negatieve invloed zou hebben op de koopkracht van consumenten. Het zou uiteindelijk wereldwijd de maatschappelijke welvaart verminderen met $ 96 miljard tot $ 1,1 biljoen, afhankelijk van hoe wijdverbreid andere landen deze strategie ook gaan toepassen.

We schatten dat door hogere voedselprijzen het aantal mensen zonder voedselzekerheid in de meest kwetsbare regio’s in de wereld met 22 tot 185 miljoen zal toenemen.”

We kunnen niet sollen met de primaire behoeften van onze medeburgers

Olifant in de kamer

Dit is de olifant in de kamer, het is deze ongemakkelijke waarheid die waarschijnlijk verklaart waarom de Europese Commissie de publicatie van haar eigen effectbeoordeling uitstelt, en waarom sommige ngo’s vragen om een snellere procedure, waardoor de zorgvuldigheid van democratische processen van de EU in gevaar komt.

Waarom heeft een rapport waarin duidelijk wordt vermeld dat we te maken kunnen krijgen met voedselonzekerheid en stijgende voedselprijzen voor consumenten, zo weinig media-aandacht gekregen? Waarom zijn het de Europese boeren en agrocoöperaties die de basisfeiten moeten aandragen, zoals hogere prijzen voor consumenten, gevaren voor voedselzekerheid en de uiteindelijke impact die dit kan hebben op onze handelspartners?

Landbouw werkt niet op een ideologische basis. De geschiedenis heeft het constant bewezen, maar we lijken het te vergeten. De verschuiving die we waarnemen naar een theoretische visie op landbouw is zorgwekkend. We kunnen niet sollen met de primaire behoeften van onze medeburgers.

Kom op met die impactstudie

De landbouw is een bedrijfstak als geen ander. We kunnen meer doen dan alleen voedselproductie en het algemeen belang dienen. Maar als we afspreken om samen te werken aan hogere doelen, hebben we wel concrete oplossingen nodig. Als we vooruitgang willen boeken, laten we dan in kaart brengen welke middelen we hebben en wat we kunnen doen, zoals de uitstoot van kooldioxide verminderen.

Laten we boeren inzicht geven waar dit proces heen gaat, zodat we kunnen investeren in bio-economie, bio-energie, agrobosbouw, precisielandbouw en kortere voedselketens. Hoe langer we in de theorie blijven hangen, zonder concreet te worden, hoe langzamer we zullen gaan. Het wordt hoog tijd dat de Commissie haar eigen alomvattende effectbeoordeling publiceert. Dat zal het huidige debat over het GLB in evenwicht brengen en helpen bij het vinden van concrete oplossingen voor het milieu, voor consumenten en voor boeren en hun coöperaties.

In 2023 gaat het nieuwe Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB) van de EU in. Wat is de grootste verandering in het nieuwe beleid en wat doet Nederland zelf? Lees dit en meer op de themapagina GLB



Beheer