In Duitsland moeten vanaf 1 januari 2024 alle haankuikens van leghennen in leven moeten blijven. - Foto: Michel Velderman
De Duitse legsector ziet met vrees tegemoet dat vanaf 1 januari 2024 alle haankuikens van leghennen in leven moeten blijven. Sinds 2021 kromp het aantal broederijen al van 20 naar 8 en verdere sanering dreigt.
Henner Schönecke, voorzitter van de Duitse brancheorganisatie voor de legsector, Bundesverband Ei, ziet de toekomst bezorgd tegemoet. “We hadden ’s werelds meest toonaangevende genetici”, vertelt hij in een interview met Boerderij.nl.
Volgens de voorzitter doet Duitsland meer aan dierenbescherming en dierenwelzijn dan waar ook. “De eisen daaromtrent maken de productie echter te duur. De eierketen verplaatst nu steeds meer naar het buitenland waar al deze onderwerpen niet of later gaan spelen.”
Meer henkuikens importeren

Het doden van eendagskuikens is sinds 2022 verboden in Duitsland. Om dat te bewerkstelligen, moeten haantjes in het broedproces worden gedetecteerd. Schönecke: “Vanaf 1 januari 2024 moet geslachtsbepaling in het ei vóór de zevende broeddag plaatsvinden. Daar is nog geen commerciële technische oplossing voor. De consequentie is dat we vanaf 1 januari alle hanen moeten grootbrengen als we nog broederijen in Duitsland willen hebben.”
Als de wet niet aangepast wordt, blijven maar enkele broederijen over die leghennen én de broertjes opfokken
“Van de 20 legbroederijen die in 2021 actief waren, draaien er nu nog maar 8. Daardoor zijn er ook minder henkuikens uitgekomen, vorig jaar maar 25 miljoen. Dat betekent dat we maar voor de helft van de 55 miljoen leghennen in Duitsland de kuikens zelf hebben uitgebroed. De rest is geïmporteerd. Als de wet niet aangepast wordt, blijven maar enkele broederijen over die leghennen én de broertjes opfokken. Alle andere zullen verdwijnen.”
“We proberen de politieke partijen en overheden er nu van te overtuigen dat 2024 niet haalbaar is. We vechten daar als BV Ei voor omdat we in Duitsland broederijen moeten hebben om leghennen te kunnen houden, anders verlies je veel waarde in de keten. Een eierketen kan gewoon niet zonder de broederijen.”
Lees ook: Franse retail betaalt mee aan in ovo seksen
Overstappen op dubbeldoelleghennen?
“We moeten volgens dierenbeschermingsorganisaties naar dubbeldoelleghennen, naar rassen die genetische aanleg hebben voor redelijke daggroei en ook een goede eierproductie hebben”, vertelt de voorzitter.
Het probleem van dubbeldoelrassen is volgens hem echter dat ze 220 eieren per jaar leggen, hoogstens tweederde van wat de huidige productierassen leveren. “Een nog groter probleem is dat het miniscule eieren zijn, die wil de consument niet.” En het haantje ervan? “Zijn vlees is erg stevig en ziet er anders uit dan het gangbare. Het is maar de vraag of je daar afzetmarkt voor krijgt.”
Duidelijkere labels voor producten met ei erin
“De omvang van de Duitse markt voor eieren zal nauwelijks veranderen”, voorspelt de voorzitter. “Dierenwelzijn blijft een item, daar moeten we ons op focussen in Duitsland. Bij de tafeleierenmarkt is het al goed geregeld. Op de verpakkingen in de supermarkt staan veel labels en verklaringen: herkomst, of de broertjes zijn gedood, hoe het is bewaard et cetera. Bij pasta’s, bakwaren en dergelijke geldt echter geen declaratieregeling voor herkomst en houderij van de verwerkte eiproducten. We trekken er hard aan dat de industrie dat ook moet vermelden. Als we in Duitsland zo’n dure houderij moeten runnen, dan moet dit ook op het verwerkte product tot uiting komen.”
Lees meer in het interview met Henner Schönecke op Boerderij.nl
Prijsinformatie over eieren vind je op FoodAgribusiness.nl/markt