‘Er is veel waardering voor praktijknetwerk Veldleeuwerik’

Foto: Jan Willem van Vliet -
Foto: Jan Willem van Vliet

De Stichting Veldleeuwerik gaat ter ziele. Ondertussen is een verkenner aangesteld om te kijken van wat er nog aan goeds in de boedel zit. Matthé Elema gaat horen en registreren wat kan overleven.

Het ministerie van landbouw heeft Matthé Elema aangesteld als verkenner om te onderzoeken of er een vervolg komt op het duurzaamheidsproject Veldleeuwerik in de akkerbouw. Elema was tot september directeur van brancheorganisatie Akkerbouw.

Veldleeuwerik in de akkerbouw stopt per 1 januari 2020.

Heineken

De stichting krijgt de begroting voor 2020 niet rond, vooral omdat hoofdfinancier Heineken er geen geld meer insteekt. Deelnemende akkerbouwers aan Veldleeuwerik stelden individuele plannen op voor de verbetering van de duurzaamheid van hun bedrijven. Vooral de gewasoverschrijding in die plannen werd breed gewaardeerd. Ook als studieclub werd Veldleeuwerik succesvol geacht.
Elema is nu gevraagd te inventariseren of er mogelijkheden zijn voor te te bouwen op de boedel van Veldleeuwerik, en zo ja, wat die dan zijn.

Welke mogelijkheden ziet u vanaf 2020?

“Dat hangt af van waar je naar kijkt: naar het praktijknetwerk in de benen houden of naar het certificeringssysteem? Dat zijn 2 heel verschillende dingen. In het algemeen is er veel waardering voor het praktijknetwerk van Veldleeuwerik. En dan heb je ook nog het organisatorische. Hoe wil je het organiseren en wie gaat het betalen?”

Hoe gaat u het aanpakken?

“Ik ga horen hoe de akkerbouwsector daar tegen aankijkt: deelnemende en niet-deelnemende akkerbouwers, LTO, NAV, ketenpartners als Agrifirm, Nedato, CZAV, Suiker Unie en ga zo maar door. Met die partijen ga ik praten. En met het ministerie van LNV natuurlijk, met alle transities die voor de deur staan.”

In de 18 jaar van haar bestaan kwam het aantal deelnemers aan Veldleeuwerik niet verder dan 400. Zegt dat al niet genoeg?

“Daar kun je verschillend naar kijken. De vraag is hoeveel bedrijven je nodig hebt. Als je praat over de certificering van akkerbouwbedrijven, of over een verdienmodel, dan is 400 inderdaad weinig. Maar als platform voor innovatie, uitproberen van nieuwigheden in de boerenpraktijk, en om daarvandaan kennis te verspreiden, dan is 400 deelnemers ineens erg veel.”

Veldleeuwerik wordt in Den Haag geapprecieerd

Elema: “In de rundveehouderij heb je Koeien&Kansen, dat ook op bedrijfsniveau systemen uitprobeert en beoordeelt. Dat zijn maar enkele tientallen bedrijven. Belangrijk is ook dat Veldleeuwerik een goede naam heeft bij maatschappelijke organisaties en ook in Den Haag. Het concept wordt daar geapprecieerd. Het is niet voor niets dat het ministerie heeft gevraagd nu te kijken naar wat er van Veldleeuwerik zou moeten overblijven.“
Elema hoopt voor het eind van het jaar een inventarisatie van de mogelijkheden aan het ministerie van LNV te kunnen overhandigen. “Ik ben nu bezig afspraken te maken. Ik merk nu trouwens ook dat er adviesclubs geïnteresseerd zijn in een eventueel vervolg van Veldleeuwerik een rol te spelen, Delphy bijvoorbeeld, maar zo zijn er meer.”

Tholhuijsen
Leo Tholhuijsen Redacteur


Beheer