Export vleesvarkens opnieuw gedaald

Sinds 2016 is de vleesvarkensexport meer dan gehalveerd. In 2016 werden nog 864.008 vleesvarkens geëxporteerd. Oorzaak van de daling ligt in het feit dat er meer varkens in eigen land worden geslacht. Het aantal slachtingen bedroeg in het eerste kwartaal ruim 4 miljoen varkens. In dezelfde periode vorig jaar waren dat er 3,9 miljoen, een stijging van 23.000. Dit gaat ten koste van de Duitse slachterijen. De uitbraak van het coronavirus heeft weinig effect op de handel in vleesvarkens gehad. In de week van carnaval was er sprake van een dipje in de export, maar in de weken daarna kwam de export terug op de 28.000 tot 30.000 dieren die sinds begin van het jaar wekelijks de grens over gaan.

Meer biggen naar Polen en Italië

De export van biggen lag in het eerste kwartaal met 1,66 miljoen een fractie boven het aantal in dezelfde periode vorig jaar. De export naar Duitsland is 3,2% gedaald en de uitvoer naar Spanje is met 9% gedaald. Polen is dit jaar opvallend aanwezig op de biggenmarkt. Vorig jaar werden er in het eerste kwartaal maar 6.719 biggen naar Polen vervoerd, dit jaar is dit aantal bijna verzesvoudigd tot ruim 36.000. Een andere opvallende klant is Italië met het importeren van 37.492 biggen, vorig jaar ging het nog om 29.049 biggen.

De export naar Italië laat een grillig verloop zien van weken met 700-800 biggen en weken met 5.000 tot 6.000 biggen. Hierdoor is nog niet aan te geven wat het effect van de coronauitbraak op de export is. Het virus is al langer in Italië actief en in die periode laat de export nog steeds grote schommelingen per week zien.