Fosfaatrechten zijn niet gekoppeld aan vergunning

21-01-2020 | |
Fosfaatrechten voor melkvee zijn toegekend op basis van het aantal aanwezige en geregistreerde dieren op 2 juli 2015.
Fosfaatrechten voor melkvee zijn toegekend op basis van het aantal aanwezige en geregistreerde dieren op 2 juli 2015.

Fosfaatrechten zijn toegekend op basis van melkvee-aantallen op 2 juli 2015. De vergunning van het bedrijf is voor die toepassing van de Meststoffenwet niet van belang, stelt advocaat Peter Goumans.

Zijn fosfaatrechten terecht toegekend als een bedrijf geen toereikende vergunning had op de peildatum 2 juli 2015? Die vraag is aangezwengeld door een artikel in De Gelderlander. Volgens het artikel zouden voor miljoenen euro’s aan rechten zijn toegekend aan boeren zonder juiste vergunning. De fractie van de SP in de Tweede kamer heeft er inmiddels schriftelijke vragen over gesteld. Het ministerie van LNV heeft nog niet gereageerd op de vragen.

Geen toets vergunning

Volgens advocaat Peter Goumans van Hekkelman Advocaten is het antwoord duidelijk: de status en omvang van de vergunning is voor de toekenning van fosfaatrechten niet van belang. Goumans: ”Artikel 23 lid 3 Meststoffenwet bepaalt hoe het fosfaatrecht wordt berekend. Dat noemen we een gebonden beschikking. De wet bepaalt precies wat de omvang van het fosfaatrecht voor een melkveebedrijf is. Of melkvee legaal of illegaal wordt gehouden, is voor de toepassing van dit wetsartikel niet van belang.”

Dat is volgens de jurist onlangs nog eens bevestigd in een uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). Het CBb verwijst naar artikel 23 en dat het gaat om ‘melkvee dat op 2 juli 2015 op het bedrijf is gehouden en geregistreerd.’

Bewust geen koppeling

Volgens Goumans is de gang van zaken een gevolg van ‘sectorale wetgeving, die onderwerpgericht stuurt en bovendien de uitvoeringsbevoegdheid bij verschillende overheidsniveaus (rijk, provincies en gemeenten) legt’. De wetgever heeft er volgens Goumans tegen die achtergrond van af gezien een koppeling te leggen tussen de diverse wetten die gelden voor een melkveehouderij. Dat zou de uitvoering bepaald niet eenvoudig hebben gemaakt.

Wanprestatie van openbaar bestuur

Milieuadvocaat Valentijn Wösten, onder meer juridisch adviseur van actiegroep Mobilisation for the Environment van Johan Vollenbroek, geeft aan de exacte voorwaarden voor de toekenning van fosfaatrechten niet te kennen. Maar duidelijk is volgens hem wel dat het ‘openbaar bestuur de kantjes eraf heeft gelopen’. “Je kunt vaststellen dat er in 2015 bedrijven zijn geweest die in ieder geval deels illegaal rechten hebben verkregen omdat ze niet de vereiste rechtstitel hadden. Als bedrijven door illegaal handelen vermogen kunnen verwerven levert het openbaar bestuur wanprestatie.”

Volgens Wösten is het een publiek geheim dat er honderden, zo niet duizenden veebedrijven uitgebreid zijn zonder de juiste vergunningen. “Dat stond in 2014 al in een rapport van de Noordelijke Rekenkamer. Het PAS was een grote legalisatieslag waarbij het openbaar bestuur naar de pijpen danste van de agrarische sector.”

Esselink
Wim Esselink Voormalig redacteur


Beheer