Franse voedingsindustrie staat zwaar onder druk

Tussen de 70 en 80% van de Franse agrovoedingsbedrijven heeft door de coronacrisis de omzet zien dalen en de rentabiliteit zien verzwakken. Daarbij gaat het vooral om bedrijven die leveren aan de horeca of foodservice en ondernemingen die voedingswaren exporteren. Dat blijkt uit de ‘barometer’ van Ania, de Franse organisatie voor de voedingsindustrie, op basis van de situatie in de tweede week van april bij 700 ondernemingen. Ania overkoepelt 35 sector- en 15 regionale organisaties. De aangesloten bedrijven draaiden, althans voor de crisis, een gezamenlijke omzet van rond de € 175 miljard en boden werk aan 430.000 mensen.

MKB-bedrijven

De crisis treft vooral MKB-bedrijven die aan restaurants of schoolkantines leveren, terwijl grotere ondernemingen de schade over het algemeen beter kunnen compenseren, denkt de organisatie op basis van de laatste leden-enquête. Veel Franse voedingsbedrijven stellen daarbij dat de crisis vooral ernstige gevolgen voor de kostenkant begint te krijgen. Dat komt door de gestegen inkoopprijzen voor grondstoffen, hogere kosten om de productiemiddelen gedesinfecteerd te houden en voor de aankoop van beschermingsmiddelen voor het personeel.

Door het verplicht afstand houden tussen de werknemers in de fabrieken loopt ook de productiviteit fors terug. Het reorganiseren van die werkprocessen brengt vaak ook de nodige kosten met zich mee. Over de hele linie zijn de totale kosten door dat alles met 3 tot 16% gestegen, wat zwaar drukt op de winstgevendheid, aldus Ania.

Werknemers afwezig

Veel ondernemingen hebben ook te kampen met zieke of uit voorzorg afwezige werknemers. De ‘afwezigheidsgraad’ is in de Franse voedingsindustrie nu opgelopen tot 13% terwijl dat een week eerder nog 9% was. Het door de overheid ingestelde platform om tijdelijke werklozen in de landbouw of voedingsindustrie aan het werk te zetten, werpt volgens Ania wel vruchten af.

Voorzitter Richard Giradot concludeert: “Deze barometer toont de geweldige nationale inspanning van de voedingsindustrie om de voedingsketen in stand te houden. In stand houden, maar tot welke prijs? Naast de spelers in de voedingssector zelf moeten alle Fransen zich daar wel van bewust zijn. Als we uit de crisis komen, dan dient zich een nieuw tijdperk aan dat gekenmerkt wordt door een consumentenvraag die definitief is veranderd, wat betreft productkeuze, de methode van aankopen, de koopkracht. Het is aan ons om te werken aan deze vraagstukken, zodat we onze bedrijven zo goed mogelijk ondersteunen bij het ronden van die kaap.”