CRV-vestiging in Wirdum. CRV blijft vooralsnog buiten alle fusies in de rundveefokkerijwereld. - Foto: Anne van der Woude
In de rundveefokkerij en ki-wereld is het geen crescendo meer. Al jaren is daar de race naar de laagste spermaprijs gaande. Dat leidt tot margedruk en verliezen.
Daardoor lopen partijen achterstand op in productontwikkeling en fokprogramma’s. Het gevolg is nu zichtbaar: de ene fusie volgt de andere samenwerkingsovereenkomst of overname op.
Begin november kondigden vijf Duitse coöperaties een samensmelting tot de Phönix-groep aan. Nu fuseren drie Scandinavische, Franse en Duitse coöperaties tot Arcowin. Zowel Phönix als Arcowin starten op 1 januari, maar in de praktijk is de concurrentie in Noordwest-Europa nu al voor een flink deel van tafel.
Lees ook: Golf van fusies en overnames in ki-wereld op komst
Hoe lang blijft CRV nog buiten de fusies?
Grote afwezige in dit fusiespel is CRV. De vraag is hoe lang nog. Uit een recent interview in CRV-ledenblad Veeteelt blijkt dat het ook in Arnhem alle hens aan dek is. De nieuwe CEO Angus Haslett geeft aan zich te herbezinnen op de koers: “Niet alles wat we in het verleden hebben gedaan, zullen we blijven doen. (…) We zullen eerder afscheid nemen van producten die onvoldoende toegevoegde waarde bieden. (…) We willen concurreren op rendement en dat is niet altijd hetzelfde als concurreren op prijs.”
Na fusies is het de eerste jaren veelal intern orde op zaken zetten. Na een jaar of drie komen dan de revenuen en wordt het fusiebedrijf sterker in de markt.
Vier wereldwijde spelers blijven over
Urus-topman Cees Hartmans voorspelde in juli al in een interview met Food&Agribusiness dat er wereldwijd maar vier spelers overblijven: Urus, ABS, Sexing Technologies en Select Sires. In dat rijtje ontbrak CRV, net als alle partijen die nu fuseren.
CRV ontbrak niet omdat het geen goede club is of vanwege gebrek aan financiële slagkracht. Schaal is het issue. Nu concurrenten opschalen, wordt dat item pregnanter. De vraag rijst of de Nederlands-Belgische coöperatie voldoende kan blijven investeren en zelfstandig kan voortbestaan.