Gangbare landbouw wordt vergeten

Vlees eten wordt ongezond genoemd. Vegetarisch is in, dierlijke eiwitten uit. Althans dat roeptoetert men. Met ‘men’ bedoel ik velen. Niet alleen de milieuminnaars en de dierenknuffelaars. Nee, ook ‘Wageningen (WUR)’, vroeger de universiteit die boeren de weg wees, papegaait de activistische groepen na. Dat is niet erg, als er maar met gezond verstand naar de ontwikkelingen in de landbouw wordt gekeken. En dat lijkt een beetje zoek te zijn.

Term gangbare landbouw ontbreekt

In de WUR-rapporten ontbreekt de term gangbare landbouw. Het is ‘omgevingsgerichte’ landbouw geworden. Met de nadruk op biodiversiteit, circulaire economie, klimaatslimme(!) landbouw, duurzame- en kringlooplandbouw. En dat, terwijl 95% van de landbouw nog gangbaar is. Maar de tegenkrachten zijn groot. In dit blad schreef Esther Veen, lector stedelijke voedselvraagstukken aan de Aeres Hogeschool te Almere vorige week: Vega; het nieuwe normaal? Ze had het stuk met een miezerig onderzoekje onder Wageningse studenten onderbouwd.

Het is fout om elk proefballonnetje te beschouwen als nieuw perspectief voor de boer

Jammer. Geen feiten, maar meningen. We zien het ook in de politiek, waar geen duidelijke stip op de horizon wordt gezet. Wageningen zwabbert eveneens met de onderzoeken alle kanten uit. Terwijl er behoefte bestaat aan een duidelijke koers, waar de gangbare boeren op kunnen varen. Natuurlijk zal die duurzamer zijn dan nu. Maar het is fout om elk proefballonnetje te beschouwen als nieuw perspectief voor de boer.

Universiteit voor boeren

Van Wageningen had ik meer verwacht. Ze weten echt wel dat de gangbare veehouderij zich doorontwikkelt. Ze deden een studie naar de melkveehouderij in 2030. Er zullen dan 33 % minder bedrijven zijn, die samen 4 % meer melk produceren. FrieslandCampina werkt met die cijfers.

Als Wageningen ook nog een beetje een universiteit voor boeren wil zijn, moet ze aangeven op welke wijze de landbouw kan inspelen op de toekomst. Een derde minder boeren, veel grotere bedrijven, die meer produceren. Dè kans voor Wageningen om daar een pad voor uit te stippelen.