Foto: Canva
De Europese Commissie heeft het wel gehad met de Britse premier Boris Johnson.
Als hij zijn plannen voor het oprekken van het brexit-akkoord doorzet, riskeert hij een handelsoorlog. Het is geen dreigement; Brussel zegt wat ze doet: invoerrechten en -quota invoeren.
Noord-Ierland speelt hoofdrol
Brussel en het Verenigd Koninkrijk onderhandelden jaren over de brexit-voorwaarden. In dit hoofdpijndossier speelt Noord-Ierland een hoofdrol. Noord-Ierland grenst aan EU-lidstaat Ierland. Uit angst voor opleving van de onlusten gelden voor Noord-Ierse producten de Europese regels. De landsgrens blijft daardoor open. De feitelijke Europese ‘buitengrens’ ligt tussen Noord-Ierland en het VK.
Johnson ondertekende dit akkoord destijds, maar wil er nu vanaf. Hij wil de buitengrens met Noord-Ierland slechten. Het brexit-akkoord is een politieke doorn in het oog. De Noord-Ieren liggen er in het Lagerhuis om dwars, en die steun kan de geplaagde Johnson wel gebruiken.
Deze zogenoemde Noord-Ierland-route is onverteerbaar
Brussel vreest dat via de ‘achterdeur’ – VK, Noord-Ierland, Ierland – straks ongezien producten uit bijvoorbeeld China de Europese Unie binnenkomen. Deze zogenoemde Noord-Ierland-route is onverteerbaar. Johnson moet zijn ‘triviale wijzigingen’ zoals hij zijn voorstel noemt, nog door het parlement loodsen. Maar hij is alvast gewaarschuwd: juridische procedures én invoerrechten/invoerquota. Of hij ervan onder de indruk is, is overigens twijfelachtig.