De watersnoodramp in 1953 heeft Nederland in één klap bewust gemaakt van de slechte staat van de kustverdediging.
Er werd er een Deltaplan bedacht om in de toekomst beschermd te zijn. Vorig jaar heeft de Dierenbescherming een Deltaplan Veehouderij gepresenteerd. Zij stellen dat de veehouderij is doorgeslagen in productieverhoging en kostprijsverlaging en als systeem niet langer houdbaar is. Na de zoveelste crisis vragen alle betrokkenen om echte oplossingen. Nu worden er na een crisis vooral brandjes geblust en blijven onderliggende oorzaken bestaan. Na de rampzalige intensieve veehouderij wil de Dierenbescherming een radicale omslag.
Een vermindering van ongeveer 25% vind ik geen radicale omslag
Wat bedoelt de Dierenbescherming met die radicale omslag? In ieder geval niet dat er in 2050 geen veehouderij meer zal bestaan. Zij zien, in ieder geval tot die tijd, het gebruik van dieren in het voedselsysteem als een gegeven en verwachten dat consumenten dan nog maar 75 gram vlees per dag (nu 101 gram) zullen eten. Een vermindering van ongeveer 25% vind ik geen radicale omslag die dieren na de ramp van de intensieve veehouderij in bescherming neemt.
Dieren staan centraal in het Deltaplan. Het doel is een veehouderij die goed voor dieren is, en daarom zijn zaken op orde heeft. De Dierenbescherming bedoelt met ‘goed’ de waarde die individuele dieren op zich zelf hebben en het natuurlijk gedrag van wilde dieren. Hoe kan de veehouderij, met grote groepen dieren (soms wel tienduizenden) deze, soms conflicterende, uitgangspunten combineren?
In de tijdlijn van het Deltaplan staat dat er van 1945 tot 1970 steeds minder dieren worden gehouden op extensieve, kleine bedrijven, en steeds vaker op grootschalige bedrijven, met minder ruimte per dier en zonder uitloop. Daarna is de schaalvergroting verder gegaan. De Dierenbescherming wil niet terug naar kleine bedrijven en streeft dus naar extensieve, grootschalige bedrijven. In Nederland is er al niet genoeg land voor een extensieve varkenssector, laat staan voor alle andere sectoren samen. Als alle dieren naar buiten mogen is de (milieu)ramp niet te overzien.