Een Brabantse handelaar in biologische producten heeft zijn bio-certificaat moeten intrekken.
Skal, het controleorgaan voor biologische productie en handel, heeft dat terecht besloten, oordeelt de voorzieningenrechter van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBb).
De handelaar wilde met een voorlopige voorziening voorkomen dat Skal het certificaat van het bedrijf zou intrekken en de decertificering van 109 partijen zou voortzetten. Skal kwam tot dat besluit omdat het bedrijf ‘structureel en op grote schaal’ de verplichtingen voor biologische bedrijven overtrad. Het bedrijf maakte geen melding van het aantreffen van verboden stoffen. Gangbare producten werden als biologisch verhandeld en de bedrijvengroep onttrok zich aan de controle van Skal.
De bedrijvengroep was eerder dit jaar betrokken bij een strafzaak, waarbij de officier van justitie heeft gevraagd om stillegging van het bedrijf. De Economische Raadkamer erkende dat er sprake was van ernstige bezwaren, maar vondt het stillegen van de ondernemingen op dat moment te ver gaan. Er was, aldus de rechter, geen sprake van gevaar voor de voedselveiligheid. De NVWA heeft de bedrijvengroep al sinds 2016 in het oog, wat geleid heeft tot een aantal boeterapporten voor het niet naleven van de regels voor de voedselveiligheid.
Het CBb zegt dat de verwevenheid binnen de bedrijvengroep zo groot is dat de overtredingen van anderen binnen deze bedrijvengroep kunnen worden toegeschreven aan de handelaar, van wie het certificaat deel uit maakt van de bedrijvengroep.