Handelsakkoorden gunstig voor landbouw en voeding

Dat concludeert de Europese Commissie op basis van een studie van het Joint Research Centre van de Europese Commissie naar de effecten van twaalf handelsakkoorden in de komende tien jaar (tot 2030).

Van de bestudeerde twaalf handelsakkoorden zijn er drie in werking (Canada, Japan en Vietnam), twee uitonderhandeld maar nog niet van kracht (Mercosur – Argentinië, Brazilië, Paraguay en Uruguay – en Mexico) en zeven nog in onderhandeling (Australië, Chili, Indonesië, Maleisië, Nieuw-Zeeland, Filipijnen en Thailand. De export vanuit de EU naar die landen bedraagt 13% van de totale EU-export op gebied van landbouw en voedingsmiddelen. Van de Europese invoer komt 34% uit deze landen.

Exportmogelijkheden stijgen

Volgens de studie hebben de onderzochte handelsakkoorden een positief effect op de handelsbalans voor landbouwproducten en voeding. Aan de ene kant krijgen handelspartners meer toegang tot de Europese markt, aan de andere kant stijgen de exportmogelijkheden. Afhankelijk van het gekozen scenario groeit de export tot 2030 met 25% (conservatief scenario) of 29% (ambitieus scenario). De invoer stijgt met 10% (conservatief) tot 13% (ambitieus) ten opzichte van een situatie zonder handelsakkoorden.

Verschil tussen sectoren

Er is echter wel een verschil tussen sectoren. Met name de zuivel, varkensvlees, tarwe, wijn en dranken profiteren van de handelsakkoorden. Voor onder andere rundvlees, pluimveevlees en suiker is de balans minder gunstig. Maar vergeleken bij een studie van vijf jaar geleden wordt de negatieve impact nu minder groot ingeschat.

‘Europese boeren hebben baat bij handelsakkoorden’

Handelscommissaris Valdis Dombrovskis zei dinsdag bij de presentatie van de studie dat uit de studie blijkt dat de Europese boeren baat hebben bij handelsakkoorden, omdat die meer exportmogelijkheden bieden. Steun aan de Europese agrifood-sector blijft een belangrijk element van het Europese handelsbeleid.

_{Artikel gaat verder onder de foto}

‘EU-landbouw concurrerend’

Landbouwcommissaris Janusz Wojciechowski voegt daaraan toe dat blijkt hoe concurrerend de Europese landbouw is. Hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid heeft daaraan bijgedragen. Volgens Wojciechowski heeft de Europese landbouw op de wereldmarkten een streepje voor met milieuvriendelijke, duurzame, diervriendelijke en kwalitatief hoogwaardige en veilige producten.

Tegelijk benadrukt Wojciechowski dat de belangrijkste markt voor de Europese land- en tuinbouw toch de Europese markt is. Hij vindt dat landbouwproducten minder kilometers moeten maken voordat ze bij de consument zijn. Lokale afzet is zijn devies. Hij noemde de Ierse vleesveehouderij en de Deense varkenshouderij als voorbeelden van sectoren die mogelijk te afhankelijk zijn van export.