Doorgaan naar artikel

Het succes en de uitdagingen van korte ketens

Edwin Veldhuijzen van Groene Hart Coöperatie in Zoeterwoude, een van de meest succesvolle korte ketens. - Foto: Roel Dijkstra

Edwin Veldhuijzen van Groene Hart Coöperatie in Zoeterwoude, een van de meest succesvolle korte ketens. - Foto: Roel Dijkstra

Het marktaandeel van korte ketens groeit, mede dankzij de coronacrisis. De potentie is groot, maar er liggen ook grote uitdagingen. Deze lessen vallen te trekken uit succesvolle korte ketens.

Duizenden boeren en tuinders zijn actief in een korte keten. Een van de meest succesvolle ketens is de Groene Hart Coöperatie, sinds 2010 actief in het westelijk veenweidegebied. 35 ondernemers bieden gezamenlijk een breed pakket producten aan, onder meer kaas, drinkyoghurt, vlees, groenten en eieren, onder het logo STREEK. De jaarlijkse omzet bedraagt € 2,5 miljoen. Een belangrijke succesfactor is de afzet aan de 70 filialen van supermarktketen Hoogvliet.

Korte ketens die gespecialiseerd zijn in directe afzet aan consumenten hebben zeker geprofiteerd van de plotseling groeiende belangstelling voor voedsel uit de eigen regio. De Streekboer (60 boeren in Noord-Nederland, 800 vaste klanten) constateert een verdubbeling van de omzet. De pakketten konden nauwelijks worden aangesleept. Rechtstreex, een collectief in regio Rotterdam, heeft zijn omzet tijdens de coronatijd met 250% zien toenemen.

Omzet korte ketens bedraagt € 1,2 miljard

De jongste cijfers over de omvang en het financiële belang van korte ketens in de agrarische sector komen uit de Landbouwtelling 2017. Boeren is gevraagd of zij actief zijn in zo’n keten en om welke omzet het gaat. Hierbij gaat het om directe afzet aan consumenten, waarbij maximaal één schakel zit tussen producent en consument. De cijfers zijn op een rij gezet door Jan Willem van der Schans van Wageningen Economic Research.

Uit zijn rapport blijkt dat ruim 5.700 ondernemers gedeeltelijk of geheel afzetten in de korte keten. De gezamenlijke omzet bedraagt bijna € 1,2 miljard. Brabant en Zuid-Holland staan qua omzet stevig bovenaan in de ranglijst. Dit zijn dichtbevolkte provincies met veel potentiële klanten.

Directe verkoop van asperges, aardbeien en fruit spelen in Brabant een belangrijke rol, stelt Van der Schans. Bovendien heeft provincie Brabant afgelopen jaren veel geld in korte ketens gestoken. “In Zuid-Holland zijn juist veel glastuinders, zowel in de groente- als de sierteelt, naast verkoop aan de veiling ook vaak gericht op directe verkoop. Dat gaat soms om tienduizenden euro’s per bedrijf per jaar.”

Direct overleg kan probleem van afnemer oplossen

Korte ketens die snappen wat het probleem is van de volgende schakel in de keten en dat vervolgens ook oplossen, zijn het meest succesvol, zegt Van der Schans. “Zie het voorbeeld van Groene Hart Coöperatie en Hoogvliet. De op Midden-Nederland gerichte supermarkt wil zich profileren ten opzichte van zijn landelijk opererende concurrenten en de coöperatie kopt in met streekproducten uit dezelfde regio waarin Hoogvliet zijn filialen heeft.”

Van der Schans noemt een ander voorbeeld. Akkerbouwbedrijf Novifarm in Hoeksche Waard verkoopt aardappelen aan friteszaken van Bram Ladage in regio Rotterdam. “Fritesbakkers moeten vaak veel blauwe plekken wegsnijden. Novifarm lost dat probleem op door een aangepaste rooimachine in te zetten. Resultaat: minder blauwe plekken en dus minder afval. Direct overleg tussen producent en afnemer levert profijt op voor beide partijen.”

Logistieke kosten verlagen

Om verdere groei van korte ketens te stimuleren, hebben het ministerie van LNV, LTO en RVO.nl de Taskforce Korte Keten opgericht. Een van de trekkers is Drees Peter van den Bosch. Volgens hem is het mogelijk om het marktaandeel van lokaal voedsel binnen vijf jaar te vergroten naar 25%. Nu ligt dat volgens de taskforce op 5%.

Samen met 150 korteketen-initiatieven zijn de knelpunten geïnventariseerd. Een van de belangrijkste: de logistieke kosten. Busjes halen producten op, rijden naar een verdeelcentrum en vervolgens naar afhaalpunten, huisadressen en restaurants. Dat kan slimmer. Van den Bosch: “Bouw bijvoorbeeld een logistiek centrum vlak buiten de stad, waar korteketen-ondernemers uit verschillende sectoren hun waren kunnen leveren. Laat vanuit daar elektrische busjes de stad inrijden.”

Niet alle initiatieven met korte ketens zijn succesvol

Naast succesvolle ketens zijn er ook die de handschoen in de ring gooien. De praktijk blijkt soms weerbarstig. De Proefschuur, een groep van ruim 50 boeren op Voorne-Putten, is er na drie jaar mee gestopt. Afzet van verse seizoensproducten via de supermarkten op het Zuid-Hollandse eiland blijkt niet rendabel.

Lees ook: De Proefschuur: lokale afzet mislukt door te lage omzet

Snel delen

Image
Aart van Cooten

Freelance redacteur

Misset Uitgeverij B.V. Auteursrecht voorbehouden

Algemene voorwaarden Privacy Cookies

Beheer
WP Admin