De droogte in 2018 heeft voor een stijging van het nitraatgehalte in het grondwater in 2019 geleid. Dat blijkt uit de jaarlijkse rapportage over derogatiebedrijven.
Ondanks de stijging bleef het nitraatgehalte gemiddeld onder de norm van 50 mg/l. Alleen in het lössgebied kwam het nitraatgehalte in 2018 met 65 mg/l al boven de norm. In de kleiregio was de stijging in 2018 het grootst: van 14 mg/l in 2018 naar 42 mg/l in 2019. Dit komt mogelijk ook door een andere meetmethode, hier wordt het uitspoelingswater, op bedrijven met buisdrainage, in drainwater in plaats van in grondwater bemonsterd. Door de droogte is het stikstofoverschot in de bodem met 12% gestegen in vergelijking met de voorgaande jaren.
Op zandgrond met de lage derogatienorm (230 kg N/ha) steeg het in deze periode van 41 naar 49 mg/l, bij de overige zandgronden van 17 naar 22 mg/l. Het nitraatgehalte in het grondwater onder veen is laag, maar verdubbelde wel van 7 naar 15 mg/l. Volgens de onderzoekers is er geen sprake van een trendbreuk, maar is de stijging vooral het gevolg van de droogte. Bij minder gewasgroei als gevolg van droogte wordt er ook minder nitraat opgenomen en spoelt er meer uit.
Hoewel de nitraatconcentratie gemiddeld gezien lager is dan 50 mg/l, wordt deze norm op bedrijfsniveau soms wel overschreden. In Zand 230 heeft 28% van de bemonsterde bedrijven een nitraatconcentratie in het uitspoelingswater hoger dan 50 mg/l; in de Lössregio 45% en op klei is dit op 9% van de bedrijven. Door de droogte is het stikstofoverschot in de bodem met 12% gestegen in vergelijking met de voorgaande jaren.
Eerder liet landbouwminister Carola Schouten al weten dat de gevolgen van de droogte op de waterkwaliteit parten heeft gespeeld bij de onderhandelingen over een nieuwe derogatie in Brussel.