Doorgaan naar artikel

Hoogleraar: ‘Alle signalen staan op rood met vogelgriep’

Vaccinatie is een wezenlijk deel van de oplossing van hoogpathogene vogelgriep, denkt hoogleraar Sjaak de Wit.

Geüpdatet op:
Business
Interview
Agri
Sjaak de Wit (60) is hoogleraar Integrale Pluimveegezondheidszorg aan de Universiteit Utrecht, en pluimveedierenarts en senior onderzoeker bij GD. - Foto: Ton Kastermans premium

Sjaak de Wit (60) is hoogleraar Integrale Pluimveegezondheidszorg aan de Universiteit Utrecht, en pluimveedierenarts en senior onderzoeker bij GD. - Foto: Ton Kastermans

Hoogpathogene vogelgriepvirussen zitten bij veel vogelsoorten in de natuur. Hoogleraar Sjaak de Wit vreest dat de kans om de lotto te winnen groter is dan de kans dat deze virussen nog weer spontaan verdwijnen uit de natuur.

Een glazen bol wil hij zeker niet pretenderen te hebben, en hoe het echt verder gaat verlopen met vogelgriep kun je pas over een paar jaar met zekerheid zeggen. “Maar, alle signalen staan op rood”, zegt hoogleraar, onderzoeker en pluimveedierenarts Sjaak de Wit in een interview met Boerderij. De Wit is hoogleraar Integrale Pluimveegezondheidszorg aan de Universiteit Utrecht en pluimveedierenarts en senior onderzoeker bij Royal GD.

Hij is ook een van de leden van de Deskundigengroep Dierziekten die de overheid adviseert bij dierziekte-uitbraken en momenteel onder andere op regelmatige basis risico-inschattingen maakt over de actuele vogelgriepsituatie. Deze risicoanalyses gebruikt het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit vervolgens om te bepalen welke maatregelen nodig zijn.

“Hoogpathogene vogelgriepvirussen zitten in de natuur, in meer vogelsoorten dan ooit. Met een virus dat zo succesvol is in zoveel diersoorten, denk ik dat de kans om de lotto te winnen groter is dan de kans dat deze virussen spontaan uit de natuur gaan verdwijnen”, aldus De Wit. Als het virus bij één soort zit, kan het op een gegeven moment doodlopen, omdat er geen gevoelige dieren meer beschikbaar zijn. Maar als het bij zoveel soorten zit, gaat het van de een naar de ander, geeft hij aan.

Stil drama in pluimveehouderij

In de pluimveesector is een stil drama gaande. Sinds vorig jaar oktober tot medio augustus zijn 55 Nederlandse pluimveebedrijven besmet geraakt met hoogpathogene vogelgriep. Daarnaast zijn er besmettingen geweest bij hobbykippen en zijn veel dode wilde vogels positief getest op vogelgriep. Waar normaal de lente en zomerperiode rustig zijn – vogelgriepvirus gedijt in principe slecht bij veel zonlicht en hoge temperaturen – waren er dit jaar in juli en augustus toch weer acht nieuwe uitbraken. In sommige delen van Nederland moeten de kippen inmiddels al tien maanden binnenblijven vanwege groot risico op nieuwe uitbraken.

Daarmee is het oude patroon doorbroken, aldus De Wit. “Vroeger kwam hoogpathogene vogelgriep op een pluimveebedrijf door mutatie van een laagpathogene variant. Als je dan alle kippen ruimt, ik spreek liever over vroegtijdig euthanaseren trouwens, omdat ze anders ook doodgaan maar dan door het virus, dan was het virus uitgeroeid. Dat is nu niet meer zo: hoogpathogene H5-virussen zitten nu in grote delen van de wereld in de natuur.”

Het onderscheid tussen besmette dieren die niet ziek zijn en gevaccineerde dieren kunnen we nu veel beter maken

‘Vaccinatie wezenlijk deel van de oplossing’

Hij noemt het een game changer die een andere aanpak vereist. “Het virus gaat zich niet aanpassen aan ons, wij zullen ons moeten aanpassen aan de nieuwe wereld”, aldus de hoogleraar. Vaccinatie is een wezenlijk deel van de oplossing, denkt hij. Eerder kon geen onderscheid gemaakt worden tussen met vogelgriep besmette dieren en gevaccineerde, een grote belemmering. “Het onderscheid tussen besmette dieren die niet ziek zijn en gevaccineerde dieren kunnen we nu veel beter maken. Zowel de nieuwe generatie vaccins als de diagnostiek is veel beter en maken dat onderscheid wel mogelijk”, aldus De Wit.

Tegelijk kan het nog wel even duren voordat in de praktijk gevaccineerd kan worden. De nieuwe generatie vaccins heeft nog een toelating in de EU nodig, een duur en, normaliter, meerjarig traject. Om daar in te stappen, willen fabrikanten weten dat ze daarna een reële kans hebben om de vaccins te kunnen en mogen verkopen. Hiervoor moeten op internationale, liefst wereldwijde, schaal de handelsregels aangepast worden. “Als dit binnen een paar jaar rond is, zou het me aangenaam verrassen.”

Snel delen

Misset Uitgeverij B.V. Auteursrecht voorbehouden

Algemene voorwaarden Privacy Cookies

Beheer
WP Admin