Uit de cijfers van Flynth komt naar voren dat melkveehouders met een beweidingstijd van 120 tot 201 dagen de hoogste saldo’s realiseren. Zowel korter als langer beweiden geeft een druk op het saldo.
Middellang weiden rekent het beste, blijkt uit een analyse van Flynth voor Melkvee100plus.
Flynth analyseerde het effect van dagen weidegang op het saldo. Het gemiddelde bedrijf realiseert een saldo van € 2.047 per koe per jaar bij een melkproductie van 8.705 kilo. De hoogste saldo’s worden gerealiseerd bij een beweidingstijd van 120 tot 210 dagen, namelijk tussen € 2.069 en € 2.102 per koe. Zowel korter als langer beweiden geeft een druk op het saldo.
Verschil van € 167 per koe
Het verschil tussen het laagste en hoogste gemiddelde saldo van de groepen is € 167 euro per koe. Bij een bedrijf met 100 melkkoeien is dat € 16.700 per jaar. Een exacte oorzaak voor de verschillen is volgens Flynth niet aan te wijzen, maar in algemene zin heeft de betreffende groep de belangrijkste zaken qua bedrijfsvoering in balans.
In deze analyse is gekeken naar het verband tussen de ruwvoerkosten en de mate van beweiding, ook weer uitgedrukt in het aantal dagen per jaar. Naarmate bedrijven meer beweiden nemen de kosten per kilo droge stof van eigen land af, globaal van 19 cent tot 15 cent per kilo. Bij een bedrijfsoppervlakte van 50 hectare en een opbrengst van 10 ton droge stof per hectare is dat een verschil van bijna € 20.000 per jaar. Algemeen gesteld pakt ook middellang tot lang beweiden hier goed uit voor de kosten.
Meer weidegang, lagere intensiteit
Het is verklaarbaar doordat meer dagen weidegang gepaard gaat met een lagere intensiteit. Bedrijven in de groep met het hoogste aantal dagen weidegang hebben een gemiddelde intensiteit van bijna 12.000 kilo melk per hectare. In de groep met het minste aantal dagen weidegang is de gemiddelde intensiteit ruim 20.000 kilo melk per hectare. Flynth heeft ook de gegevens van de KringloopWijzer in de analyse meegenomen.
Lees meer over de analyse van Flynth op Melkvee100plus.nl
Stikstofbenutting
Tussen de verschillende beweidingscategorieën valt op dat bedrijven met weinig of geen beweiding een drie procentpunten hogere totale stikstofbenutting hebben dan het gemiddelde. Bij bedrijven die het meeste beweiden, ligt deze juist drie procentpunten lager. Bij fosfaat is het verschil iets kleiner.
De benutting van stikstof en fosfaat door vee is bij beweiden nog lager dan het gemiddelde. Dit wordt veroorzaakt door het verschil in melkproductie per koe; bij een hogere productie is relatief minder onderhoudsvoer nodig.