Incidenteel levende dieren tussen kadavers Rendac

Schouten vindt dit onacceptabel. Ze gaat de veehouderijsector hierop aanspreken. Schouten zegt zich ervan bewust te zijn dat er sprake kan zijn van onbewuste onbekwaamheid. “De dierhouder is er echter wel verantwoordelijk voor dat er geen levende dieren bij de kadavers worden aangeboden”, aldus Schouten.

Afspraken met Rendac

Eerder zijn afspraken gemaakt met Rendac hoe te handelen als bij het ophalen van de kadavers een levend dier wordt aangetroffen. De dierhouder wordt hierover geïnformeerd en krijgt ook een schriftelijke melding, waarvan ook de NVWA op de hoogte wordt gebracht. “De NVWA heeft geconstateerd dat niet bij elke melding van Rendac een inspectie wordt uitgevoerd”, schrijft Schouten. Dit beleid wordt aangescherpt, waardoor er bij iedere melding een inspectie volgt.

Probleem handhaving

Probleem bij handhaving van dergelijke kwesties is dat bij inspectie achteraf het levende dier niet meer op het bedrijf aanwezig is. Het Openbaar Ministerie en de NVWA onderzoeken nu of er een mogelijkheid is om achteraf sluitend bewijs te leveren is of een veehouder verwijtbaar nalatig is geweest. Dit is complex, schrijft Schouten. “De veehouder heeft evenwel niet aan zijn verplichting voldaan om vast te stellen of een dier daadwerkelijk dood is alvorens het bij Rendac aan te bieden”, aldus Schouten.