Doorgaan naar artikel

Jan Anker (A-ware): ‘Groei is niet een doel op zich’

Royal A-ware is een onderneming die wereldwijd producten verkoopt en liever een paar kansen goed benut, dan alles aanpakt, zegt CEO Jan Anker.

Geüpdatet op:
Business
Interview
Agri
Jan Anker, CEO van Royal A-ware premium

Jan Anker is CEO van Royal A-ware en ook eigenaar van een melkveebedrijf van rond de 200 koeien. - Foto: Herbert Wiggerman

Onder leiding van Jan Anker maakt Royal A-ware een gestage groei door, ook buiten Nederland. Dat de melkplas kleiner wordt, is volgens hem nog lang niet zeker.

Door toestanden op Schiphol begint het gesprek op het hoofdkantoor in Lopik wat later dan gepland. Jan Anker komt van ergens ver weg. Waar precies, zegt hij niet. Vermoedelijk bij een afnemer of zakenpartner overzee. Die ziet hij graag af en toe in levende lijve. Anker is een handelsman die houdt van goede klantrelaties. Een wereldspeler is hij ook. Dat klinkt wel anders dan ‘kaasboer’, zoals hij zichzelf het liefst noemt. En welke kaasboer heeft het schaatspak van olympisch kampioene Irene Schouten ingelijst en wel op zijn kantoor? Royal A-ware is als producent van Zaanlander kaas samen met Albert Heijn sponsor van schaatsploeg Team Zaanlander, waar Irene voor rijdt.

Hoe ziet ‘kaasboer’ Jan Anker zichzelf? Anker: “Ik ben gewoon ondernemer en melkveehouder. Zeggen wat je doet en doen wat je zegt en afspraak is afspraak. Dat zijn een paar hoofdregels die hier gelden.”

Hebben jullie een groeistrategie als bedrijf?

“Het beeld is vaak dat wij alleen maar bezig zijn met groeien. Maar dat is niet zo. Je hebt een bepaalde visie, een strategie en natuurlijk komen er dingen op je pad. We zijn gewoon een internationale onderneming en we verkopen veel producten overal in de wereld. Ik ken partijen in de zuivel die veel harder groeien dan wij. Kijk naar Yili, Lactalis of de DFA’s (= Dairy Farmers of America) van deze wereld. Groei is ook niet een doel op zich. We lopen niet achter elke kans aan. Er vallen elk dag opportunities op de mat en je kunt er maar een paar goed oppakken.”

Heeft u een vergezicht waar het heen moet?

“Ai dat is altijd zo’n strikvraag… De keten steeds duurzamer en efficiënter laten lopen. Dat is misschien wel een stip op de horizon.”

Houdt dat ook in dat jullie de keten klimaatneutraal willen maken?

“Ik vind het lastig om daar een antwoord op te geven. Iedereen is bezig met de duurzaamheidsagenda. Wij ook en dat proberen we op een goede manier te doen door de belangen van alle stakeholders goed in het oog te houden. Duurzaamheid is een verantwoordelijkheid voor alle schakels in de keten en dus ook voor ons. Verspilling tegengaan is natuurlijk hartstikke goed. Maar een aantal dingen slaan wellicht ook door. We proberen daar nuchter naar te kijken en de goede dingen te doen.”

Handelsbedrijf Royal A-ware is in 2015 gestart met een eigen kaasmakerij in Heerenveen. Wat heeft dat de onderneming gebracht?

“Wij willen ook op lange termijn onze klanten blijven bedienen. Doordat de consolidatie in Nederland zo doorging aan de productiekant wilden wij ook eigen productie hebben. Dat biedt zekerheid waar klanten om vragen. Mensen willen bovendien weten waar hun product vandaan komt. Wij bouwen duurzame, efficiënte ketens samen met onze melkveehouders en onze klanten. Maar we zijn nog steeds ook een handelsonderneming. We kopen nog steeds producten bij derden en we verkopen meer dan we zelf maken. En dat blijven we ook doen. Dat is ons uitgangspunt. Ook willen we spreiding in ons portfolio hebben. Er zijn melkpoederactiviteiten bijgekomen, nu ook wat meer dagvers-activiteiten.”

Onze mening blijft dat er in Nederland en ook in België voldoende ruimte is voor een gezonde melkveehouderij

De melkproductie in Nederland en België lijkt eerder te gaan afnemen dan te groeien. Is dat een punt van zorg?

“Er is veel te doen om de melkveehouderij. Denk aan zaken als stikstof, waterkwaliteit, grondgebondenheid. Onze mening blijft dat er in Nederland en ook in België voldoende ruimte is voor een gezonde melkveehouderij. Ik vind dat de sector negatief geframed wordt. En we hebben er als sector moeite mee om ons op de juiste manier te wapenen. Ik durf te stellen dat we het in Nederland en België echt hartstikke goed voor elkaar hebben. We doen het op alle fronten beter dan andere landen.”

Wat kan A-ware daar aan doen?

“Wij ondersteunen Stichting Agrifacts met een jaarlijkse donatie. Die bestrijden zaken die onjuist zijn. Daarmee zetten wij als onderneming een andere stap dan andere partijen. Daarnaast proberen we ook consumenten een juist beeld te geven van de sector. Bijvoorbeeld via het tv-programma Wie de boer niet kent. We komen op voor de boer. Wij zijn geen coöperatie, we moeten op een andere manier de veehouders aan ons binden. Wij komen voor hen op en besteden daar veel tijd, energie en geld aan.”

Er liggen nu allerlei maatregelen, onder meer in verband met stikstof en klimaat. Die zijn niet terecht?

“Ik ga mijn persoonlijke mening hier niet zeggen. Maar laat ik dit zeggen: we hebben een miljoen koeien minder dan 30 jaar geleden. Dus is de uitstoot ook minder. Toch is de beeldvorming: er zijn veel te veel koeien. Ik heb er niet voor gestudeerd, heb geen verstand van stikstof en kooldioxide, maar de vraag is of het daadwerkelijk allemaal van de koeien komt. Er zijn gewoon te veel vraagtekens. Die onduidelijkheid zorgt er ook voor dat melkveehouders onvoldoende perspectief hebben. En nu er een juridisch probleem is met stikstof, is het kennelijkst het makkelijkst om er dan maar een paar boeren uit te werken.”

De melkveehouderij gaat krimpen als gevolg van kabinetsbeleid. Dat wordt misschien wel dringen voor de afnemers van melk. Hoe gaat A-ware daarmee om?

“Een beetje concurrentie om de melk is goed voor de boer. Maar ik weet nog niet of de melkplas wel kleiner wordt. Er zijn te veel onzekere omstandigheden. Denk aan de oorlog in Oekraïne en wat die teweegbrengt. Sommige landen, zoals Frankrijk, stellen hun beleid al bij. De behoefte aan voedselzekerheid groeit.”

Zit er een groter plan achter de uitbreiding van jullie productie in België en ook in Ierland en Estland? Is het ook ingegeven door de krimp in de veehouderij in Nederland? Of is het gewoon een kans die op je pad komt?

“Als onderneming verkopen we meer dan we produceren, zoals ik al zei. Daarbij zijn we ook gewoon een ondernemend bedrijf. We kunnen daarin met onze partners een volgende stap zetten, het is een aanvulling op ons assortiment. Zo gaan we in Estland cheddar maken, dat deden we nog niet. Dat is de tweede of derde kaassoort van de wereld. Zulke nieuwe activiteiten doen we om ons portfolio zo goed mogelijk in te vullen. Verder willen we langdurige samenwerkingen met onze ketenpartners. Juiste stappen zetten en daarin groeien.”

Gaat het in jullie visie om aparte ketens per land of zijn die onderling verweven?

“Wij doen niet aan herverdeling van melkgeld. In België betalen we een andere melkprijs dan in Nederland. We schuiven niet met geld, ook niet tussen de verschillende melkstromen onderling. Alle activiteiten moeten hun eigen geld opbrengen. Dus moeten we ook zicht hebben op wat die melk doet.”

Hebben jullie genoeg melk in België?

“Wij zoeken nog steeds melkveehouders. We hebben de Hollebeekhoeve overgenomen en zijn bezig met Olympia, dat ligt bij de Belgische mededingingsautoriteiten.”

Gaan jullie in België net zo met Delhaize samenwerken als in Nederland met Ahold?

“Daar wil ik geen antwoord op geven. Natuurlijk hebben wij een relatie met Delhaize. We produceren al heel lang producten voor hen, al voordat de nieuwe onderneming AholdDelhaize ontstond.”

In Nederland zijn er ook productie-uitbreidingen. Wat staat er allemaal op stapel?

“Het beeld is wel eens dat we alleen maar bezig zijn met het buitenland, maar dat is helemaal niet waar. We investeren ook veel in Nederland. In Heerenveen is plek voor uitbreiding, de vergunning is aangevraagd. We verwerken nu ruim 2 miljard kilo, in de vergunningaanvraag is sprake van 3 miljard. In Almere investeren we in verpakkingslijnen voor onze kazen, we hebben de fabriek in Coevorden gemoderniseerd, verduurzaamd, en een beetje uitgebreid.”

Een dag na het interview maakte A-ware bekend dat het Noordhoek Geraspte Kaas wil overnemen.

Zien jullie groei in private label?

“Wij willen met onze klanten goede ketens bouwen, of dat via private label of met merken gaat, maakt niet echt uit.”

Vegan zuivel wordt gezien als groeimarkt. Gaat A-ware daarin ook investeren?

“Ik vind het zelf niet lekker, de kaas noch de melk. Maar op die vraag ga ik nooit ‘nee’ zeggen. We maken vandaag ook al producten die vegan zijn, zoals smeltkaas. Eh… dus: ja. Punt. Er wordt veel geld in die markt gestopt, maar de meesten verdienen er geen geld aan. Wij kunnen morgen schakelen, als de klant daar om vraagt. Maar we hebben geen ambitie op dit moment.”

Medeauteur: Johan Oppewal

Snel delen

Misset Uitgeverij B.V. Auteursrecht voorbehouden

Algemene voorwaarden Privacy Cookies

Beheer
WP Admin