Doorgaan naar artikel

Jonge voerbranche wil meer positief geluid over dierlijk eiwit

De aandacht voor plantaardig ontgaat ook de veevoersector niet. Op het Jongerencongres van deze sector klonk het geluid dat er te weinig aandacht is voor de voedingswaarde van dierlijke producten.

Geüpdatet op:
Achtergrond
Eiwittransitie
Sojaschroot was ooit een bijproduct in de soja-industrie, maar sojaproductie vindt nu voor het grootste deel plaats voor de veehouderij. - Foto: Twan Wiermans premium

Sojaschroot was ooit een bijproduct in de soja-industrie, maar sojaproductie vindt nu voor het grootste deel plaats voor de veehouderij. - Foto: Twan Wiermans

De aandacht voor plantaardige voedsel is groot. Dat ontgaat ook de veevoersector niet. De toeleverende sector van de veehouderij ziet het als een ontwikkeling die veel reuring veroorzaakt, bijvoorbeeld in (sociale) media.

Het hardste geluid lijkt te komen van mensen die plantaardig voedsel als een (of de) oplossing zien voor bijvoorbeeld het klimaatprobleem en dierlijke producten daarom willen verbannen, zo klonk het op het Jongerencongres van de Belgische en Nederlandse veevoerbranche dinsdag 30 mei. Daarnaast is er te weinig aandacht voor de voedingswaarde van dierlijke producten die een belangrijke rol kan spelen voor de gezondheid van de mens, zo was de opvatting.

Hoe biedt je weerstand in deze discussie die hoog op kan lopen? Die vraag kwam meerdere keren terug. Spreker professor Frédéric Leroy van de Vrije Universiteit Brussel probeerde de aanwezigen gerust te stellen. “De wetenschap staat achter jullie”. Hij doelde hiermee op de zogenoemde Dublin Declaration. Dat is een verklaring van ruim 1.000 wetenschappers die stellen dat de veehouderij ‘te kostbaar is voor de samenleving om het slachtoffer te worden van simplificatie’.

Leroy: “De eiwittransitie is een simplistische naam voor een complex probleem. Het wordt gepresenteerd als een tweeledig probleem: we eten te veel dierlijk voedsel en dat is niet goed voor ons en we eten te veel eiwit.” De professor stelt dat het echter niet zo eenvoudig is om dierlijke eiwitten een-op-een te vervangen door plantaardige eiwitten.

Milieu-impact per eenheid voedingswaarde meten

Hij pleit dan ook voor het meten van de milieu-impact per eenheid voedingswaarde in plaats van per kilo voedsel, om zo een eerlijk beeld te krijgen van de relatie tussen duurzaamheid en gezondheid. “Zwangere vrouwen, zieken, ouderen, jonge kinderen; zij hebben allemaal meer eiwit en bijvoorbeeld ijzer nodig dan de minimale dagelijkse behoefte. Er zitten grote verschillen in eiwit en plantaardige eiwitten zijn veelal lager in kwaliteit. Dit vraagt om voorzichtigheid”.

Gezondheid is net zo goed een duurzaamheidsaspect, waar we te weinig over nadenken

Volgens Leroy wordt de verkeerde terminologie gebruikt. “Het gaat om zoveel meer dan eiwit alleen. Er zitten veel belangrijke micronutriënten in dierlijke producten die vaak niet in plantaardige vervangers zitten. We moeten ons afvragen: komt vermindering van dierlijke consumptie ook niet met een sterk risico? Gezondheid is net zo goed een duurzaamheidsaspect, waar we te weinig over nadenken.”

Met de Dublin Declaration willen de wetenschappers een kritische massa genereren die een andere kant van de ‘eiwittransitie’ laat horen. “Het consolideren van stemmen is belangrijk, want het is een moeilijke dialoog geworden met weinig ruimte voor het verhaal van de veehouderij, hoe genuanceerd dat ook is.”

Verandering veehouderij nodig om te verduurzamen

Volgens Leroy is er wel verandering in de veehouderij nodig en moet worden nagedacht over verduurzaming. Onderzoekers Dorien Van Wesemael en Marta Lourenço, verbonden aan het Belgische onderzoeksinstituut Ilvo onderzochten de milieu-impact van het (deels) vervangen van soja door andere plantaardige grondstoffen en presenteerden hun resultaten tijdens het congres.

“Sojaschroot was ooit een bijproduct in de soja-industrie, maar sojaproductie vindt nu voor het grootste deel plaats voor de veehouderij. De reden dat soja zo’n geliefde grondstof is voor veevoer is de kwaliteit. Als we soja willen vervangen door andere grondstoffen moeten we onder andere rekening houden met een stabiel aanbod, prijs, kwaliteit en anti-nutritionele factoren”, aldus Dorien van Wesemael.

Kijken naar vervangers soja in veevoer

Om soja te vervangen en dezelfde voedingswaarde te krijgen, is een combinatie van verschillende grondstoffen nodig. De onderzoekers keken naar het verschil in impact op de groei en voederconversie bij varkens tussen soja en de andere grondstoffen. Ze constateerden weinig verschil in groei en voederconversie. Wel was er een aanzienlijk verschil in CO2-impact. Die was bij de niet-sojagrondstoffen lager. Bij pluimvee was er wel minder groei en een slechtere voederconversie, maar ook een lagere CO2-impact.

“Misschien moeten we toe naar een systeem waarin we niet altijd focussen op prestaties als groei, maar op andere indicatoren zoals CO2-impact”, zo stelden de onderzoekers.

Samenwerken met ketenpartners om te verduurzamen

Vanuit de zaal kwam de vraag: ‘hoe gaan we dat dan communiceren en wie gaat hiervoor betalen?’. De vraag bleef onbeantwoord, maar duidelijk werd dat de aanwezige jongeren wel openstaan voor verduurzaming. Dat moet samen met ketenpartners gebeuren.

Zo bleek onder andere voedingsproducent Zwanenberg samen te willen werken met de voersector. Duurzaamheidsmanager Eva Jansen stelde dat ze graag met de bedrijven wil onderzoeken hoe de CO2-impact van hun vleesproducten omlaag zou kunnen. Terwijl Zwanenberg vol inzet op vega(n) producten en naast ieder product in het assortiment een vega(n) variant heeft, “blijft het een vleesverwerkend bedrijf”, aldus Jansen.

Al met al wil de producent zijn CO2-impact verlagen, deels door de inzet op vega(n) producten en deels door de inzet op verduurzaming van het vlees. “Zodat we uiteindelijk meer mensen kunnen voeden met een lagere CO2-footprint”.

Snel delen

Carolien Kloosterman
Carolien Kloosterman

Voormalig redacteur

Misset Uitgeverij B.V. Auteursrecht voorbehouden

Algemene voorwaarden Privacy Cookies

Beheer
WP Admin