Foto: Herbert Wiggerman
De vleeskalverhouderij zoekt geld voor meer onderzoek om uitdagingen het hoofd te bieden.
De Stichting Brancheorganisatie Kalversector (SBK) wil toestemming van de minister voor de invoering van een jaarlijkse heffing van ongeveer € 1 miljoen voor onderzoek naar verbetering en verduurzaming van de bedrijfstak. Deze verplichte heffing moet worden opgebracht door alle kalverhouders in Nederland samen.
Internetconsultatie voor kalverhouders
Dit staat in het programma Onderzoek en Innovatie voor een duurzame kalversector 2021-2027, dat ingediend is bij Rijksdienst RVO. Voor het opleggen van zo’n heffing is een zogenoemde algemeen verbindend verklaring (AVV) nodig. Ter voorbereiding van een besluit heeft de RVO onder meer een internetconsultatie ingesteld, zodat alle kalverhouders zich er over kunnen uitspreken.
Heffing per kalf voor alle kalverhouders
De SBK vertegenwoordigt volgens eigen opgave 66,7% van de hele kalversector. Ongeveer een derde van de kalveren en bedrijven in de bedrijfstak is niet aangesloten bij de organisatie. De SBK wil, voor een succesvolle aanpak, en vanwege het belang dat ook niet-aangeslotenen hebben bij het programma, toch dat er toestemming komt om een heffing (per kalf) op te leggen aan alle kalverhouders in Nederland.
De SBK wil met de opbrengst van de heffing, vermeerderd met de bijdrage van andere partijen uit de bedrijfstak (voer- en vleesbedrijven) een breed onderzoeksprogramma uitvoeren, gericht op verbetering van dierenwelzijn, diergezondheid, voeding, transport en milieu. Een kleiner deel van het budget moet worden besteed voor de opbouw van een calamiteitenfonds en voor ‘grensverleggend’ onderzoek, gericht op doorbraak-vernieuwingen
Kalverhouders kunnen tot 18 juni reageren
Kalverhouders kunnen tot 18 juni nog reageren op de in het verzoek gedane voorstellen. Daarna is het aan de minister van landbouw om een besluit te nemen. Volgt een positief besluit, dan zijn alle kalverhouders verplicht om heffing af te dragen. De aanvraag voor het onderzoeksprogramma loopt van 2021 tot en met 2027 en vergt een totaal budget van € 7 miljoen.